Dit is mijn laatste column voor Trajectum. Tragisch, ik weet het. Laten we even terugblikken.
Het afgelopen anderhalf jaar heb ik dertig columns geschreven. Sommige met een belangrijke boodschap (over gebruikmaken van je stemrecht of over het belang van de Nederlandse taal), andere met een wat minder belangrijke boodschap (over die keer dat ik geghost werd op een date of dat ik mezelf dwong om alleen uit eten te gaan).
Het geinige van columns schrijven is dat mensen dingen over je weten waarvan je zelf vergeten bent dat je het ooit gedeeld hebt. Docenten kwamen naar me toe om te vragen te vragen of ik al voorbereid was op het lopen van een marathon, of ze vroegen hoe het met mijn liefdesleven ging. Geloof me, dat is best ongemakkelijk.
Maar ik vond het stiekem ook wel een beetje cool. Ik heb te veel Sex and the City gekeken om het beroep van een columnist niet te romantiseren. Als ik even geen inspiratie had, trok ik mijn (nep!)bontjas aan, bestelde ik een extravagante kop koffie in een duur café en riep ik mijn innerlijke Carrie Bradshaw op.
Maar ik kon het niet altijd cooler maken dan het was. Nu bijvoorbeeld, zit ik op de grond van centraal station Zwolle te typen op mijn telefoon, omdat ik mijn trein gemist heb. Ook dan moet er een column geschreven worden. Of eigenlijk had ik hem gisteren al moeten hebben gestuurd.
Het pakte niet altijd goed uit. Iemand zei een keer dat ik de reden ben voor de polarisatie in de maatschappij en ik werd geblokkeerd door CestMocro. Tot op de dag van vandaag kan ik hun posts niet zien, maar dat is natuurlijk ook niet zo’n groot gemis. Toch waren de meeste gelukkig positief en lig ik niet meer wakker van de nare reacties.
Wat ik hierna ga doen, weet ik nog niet. Ik probeer me er geen zorgen over te maken, want er komt vast wel weer iets cools voorbij. Voor nu richt ik me maar op mijn studie, zodat ik hier niet nog vier jaar rond blijf hangen. En daarna kijken we wel waar de journalistieke wind me brengt.
Groetjes!