Het hoger onderwijs moet over de volle breedte beter, schrijft de commissie-Toekomstbestendig hoger-onderwijsstelsel in haar rapport (pdf). Voor aansluiting bij de wereldtop zijn investeringen onvermijdelijk.
Het hoger onderwijs is niet toekomstbestendig, vindt de commissie van voormalig landbouwminister Cees Veerman. De uitval is onaanvaardbaar hoog, de kwaliteit van docenten laat te wensen over, het onderzoeksniveau daalt en de internationale oriëntatie is gebrekkig, om maar wat te noemen. Er moet snel wat gebeuren.
De commissie moedigt universiteiten en hogescholen bovenal aan zich te specialiseren: dat zal leiden tot meer samenwerking en minder onderlinge concurrentie om studenten. Samen staan de hoger onderwijsinstellingen dan sterker om buitenlands talent naar Nederland te halen. Instellingen die een scherper profiel kiezen worden daarvoor, afhankelijk van hun prestaties, beloond. Daardoor worden ze minder afhankelijk van de hoeveelheid studenten die ze weten binnen te halen.
Afgestudeerden van hogescholen en universiteiten mogen van de commissie-Veerman dezelfde titels voeren, mits uit het diplomasupplement blijkt wat iemand gestudeerd heeft en bij welke instelling. Het aantal bekostigde masteropleidingen in het hbo kan worden uitgebreid en de tweejarige hbo-opleiding (associate degree) waarmee nu geëxperimenteerd wordt, moet in 2010 definitief worden ingevoerd.
Ook vindt de commissie het prima als universiteiten hun studenten van tevoren gaan selecteren. Wel gelden daarbij zulke strikte voorwaarden dat het eerder op een aanbeveling voor meer studiekeuzegesprekken lijkt. Immers, de gekozen examenprofielen blijven in beginsel recht geven op toegang tot het hoger onderwijs, ’tenzij een bepaald type onderwijs of onderwijsconcept aanvullende eisen rechtvaardigt’. Het moet er toe leiden dat studenten terechtkomen bij een opleiding die bij hen past. Ze mogen niet worden uitgesloten van hoger onderwijs.
Het zijn de opvallendste aanbevelingen van Veerman, die aangaf dat zijn advies richtinggevend is en nog veel uitvoering behoeft. Hij waarschuwde dat het rapport geen ‘winkel van sinkel’ is, waar naar believen in geshopt kan worden. ‘Het is een samenhangend pakket dat ervoor kan zorgen dat Nederland de aansluiting met de wereldtop niet verliest.’
Bezuinigen op hoger onderwijs en onderzoek verklaart Veerman tot een absoluut taboe. Om de felbegeerde plek in de mondiale top vijf van kenniseconomieën te halen, moet er juist geïnvesteerd worden. ‘Je kunt niet twee ruggen snijden uit één varken.’ Precieze bedragen wilde hij niet noemen, ‘maar met honderd miljoen ben je er niet’.
De commissie-Veerman werd vorig najaar ingesteld door ex-minister Plasterk om het hoger onderwijsstelsel tegen het licht te houden. Over het huidige hoger onderwijsstelsel kraakt de commissie een aantal harde noten. Het is niet flexibel genoeg om in te spelen op de snel wisselende vraag van studenten en werkgevers. Bovendien is de studie-uitval te hoog en worden talentvolle studenten niet genoeg uitgedaagd. ‘Het hoger onderwijs scoort nu een 6,5, maar het moet een 9 worden.’
Belangenorganisaties van studenten en onderwijsinstellingen zijn positief over het rapport. Ze noemen het een stevig en samenhangend advies. Op basis ervan willen VSNU, HBO-raad, LSVb en ISO een gezamenlijk convenant schrijven, tot vreugde van Cees Veerman. Het moet af zijn voordat het nieuwe kabinet is geformeerd.
Accreditatieorganisatie NVAO prijst vooral de plannen van Veerman om opleidingen meer bijzondere kenmerken toe te kennen, bijvoorbeeld voor internationalisering. ‘Een kans op een betekenisvolle profilering voor opleidingen en instellingen’, aldus de NVAO.
Zie ook reactie hoger onderwijs