Hogeschool Utrecht riskeert een tekort van 23 miljoen per jaar als er niets gebeurt. De Hogeschoolraad stemde 11 december in met de conceptbegroting, maar ziet ook dat het verhaal van het college van bestuur ‘niet aankomt’ bij de medewerkers.
‘Een dergelijk tekort is onhoudbaar’, zo opent de begroting van Hogeschool Utrecht voor 2025. Het document van 41 pagina’s geeft inzicht in de financiële situatie van de hogeschool. Daarnaast ligt er een meerjarenraming tot 2029. De boodschap is duidelijk: de tijd van financiële overvloed is voorbij.
Voor 2025 staat meteen al een bezuiniging van 8,7 miljoen op de agenda. Een mogelijk tekort van 23 miljoen op een totaal budget van 454 miljoen per jaar: dat lijkt niet heel veel. Maar de HU moet wel in actie komen. Het college van bestuur (cvb) wil het ‘gefaseerd’, in drie jaar gaan doen. Zo wil het grote financiële schokken in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering voorkomen.
Dat betekent ook dat de rode cijfers nog even zullen aanhouden. In 2025 eindigen we 19,9 miljoen in de min, in 2026 iets meer dan 10 miljoen en in 2027 2,5 miljoen. Vanaf 2027 zullen de inkomsten en uitgaven min of meer in balans zijn. In 2029 verwacht de HU weer een ‘licht positieve’ begroting.
Hogeschoolraad is bezorgd
De Hogeschoolraad keurde de begroting woensdag 11 december goed en kon zich vinden in de uitleg van het college. Maar verschillende raadsleden zijn bezorgd en merkten op dat er soms paniek heerst onder medewerkers. En dat bij velen het verhaal van het college ‘niet aankomt’.
Volgens de collegeleden is er echter geen reden tot paniek. Volgens hen is solidariteit het sleutelwoord om door de periode van bezuinigingen heen te komen. Sterker nog: ze willen dat gaan verplichten. Dit betekent dat, waar er overcapaciteit is, personeel op andere plekken binnen de HU moet worden ingezet. Het cvb heeft namelijk geconstateerd dat dit afgelopen najaar onvoldoende werd gedaan.
Directeuren zijn verplicht elke vacature eerst intern te plaatsen. En dat waarderen ze niet allemaal, zo vertelde het cvb tijdens de overlegvergadering op 18 december. Sommigen voelen zich in hun autonomie aangetast. Daarop liet het college weten: Het alternatief is een reorganisatie of een vacaturestop.
Binnen de HSR bestaat ook vrees voor het verdwijnen van kennis en innovatie. De vijver van de HU is immers maar een paar honderd man groot. Het cvb liet weten hierop weten begrip te hebben voor de zorgen, maar geen andere keus te hebben dan de verplichting toch door te voeren. ‘Anders moet minder personeel hetzelfde werk doen, hetgeen leidt tot een hoge werkdruk.’
Oorzaken en gevolgen van de tekorten in de komende jaren
Hoe komt het dat de HU de komende jaren minder kan uitgeven? En waar zoekt de hogeschool de oplossingen hiervoor? We zetten de belangrijkste factoren op een rij, inclusief concrete bedragen.
Lagere overheidsbijdrage per student (5 miljoen)
De HU krijgt vanaf nu minder geld uit Den Haag. Dat zit zo: de centen die hogescholen en universiteiten krijgen van de rijksoverheid hangen af van het aantal studenten dat in Nederland een opleiding volgt. Als er landelijk minder studenten zijn, krijgt het ministerie van Onderwijs minder geld om te verdelen.
Het probleem is dat sommige studenten (zoals bij niet-bekostigde opleidingen) niet meetellen in het geld dat het ministerie ontvangt. Voor hogescholen zoals de HU betekent dit dat zij minder geld krijgen per student, zelfs als hun eigen studentenaantallen niet sterk dalen. In dit geval kost het de HU 5 miljoen euro.
Loonontwikkelingen (4 miljoen)
De cao-afspraken van afgelopen zomer leiden tot loonstijgingen voor HU-medewerkers. Hoewel het Rijk hiervoor extra geld beschikbaar stelt, dekt dat niet de volledige kosten. De HU heeft ook nog andere inkomstenbronnen, zoals het collegegeld en bepaalde subsidies. Daarin zijn ook salariskosten in verdisconteerd, maar deze bewegen niet of nauwelijks mee met de loonontwikkelingen. Hierdoor ontstaat een tekort van 4 miljoen.
Het schrappen van de wervingsfrictie (14 miljoen)
De afgelopen jaren is de HU gegroeid als organisatie. Er kwamen meer studenten bij en ook een stuk meer medewerkers. Om die laatsten te werven ontstonden er veel vacatures. Maar zo’n vacature werd niet à la minuut gevuld. Doordat niet alle vacatures vervuld werden, bleef er geld op de plank liggen. Die pot op de begroting noemde de boekhouder ‘de wervingsfrictie’.
De HU hield tot nu toe altijd rekening met een wervingsfrictie van vier procent. Deze wordt nu geschrapt en daardoor is er op de begroting 14 miljoen euro minder te besteden.
‘Centrale middelen en ‘reguliere allocatie’
Zoals gezegd begint 2025 met een bezuiniging van 8,7 miljoen euro. Daarvan komt 6,6 miljoen euro bij de ‘centrale middelen’ vandaan en 2,1 miljoen bij de ‘reguliere allocatie’.
De ‘centrale middelen’ bestaan uit een pot geld die de HU gebruikt voor innovatieprojecten, profilering en gevallen die financieel uit de hand lopen. Mede door de wervingsfrictie werd deze pot de afgelopen jaren goed aangevuld. Als de hogeschool een belangrijke ontwikkeling (denk aan kunstmatige intelligentie) ziet in de samenleving, kan zij daar via de centrale middelen geld voor vrijmaken.
Een verlaging in die pot raakt dus niet de dagelijkse gang van zaken, maar de mogelijkheden tot innovatie van de hogeschool. Projecten als Student Journey, onderwijsinnovaties als Open ICT en HBO ICT 2026 worden minder gemakkelijk. Iets soortgelijks geldt voor investeringen in klinieken als Gezond & Wel.
De pot ‘reguliere allocatie’ heeft wél invloed op het dagelijks werk. Daaruit komen de budgetten voor de instituten, kenniscentra en andere afdelingen. De verdeling hiervan gebeurt op basis van afspraken die vooraf worden gemaakt. Bijvoorbeeld: per student is een bepaald aantal docenten beschikbaar, en die verhouding bepaalt het budget voor een instituut.
Volgens de nieuwe plannen zal er naar alle instituten bij elkaar 3,6 miljoen euro per jaar minder gaan. De verwachting is dat één docent meer studenten onder zijn hoede zal krijgen. Ofwel de ‘student-docentratio’ stijgt.
‘Tijd om te wennen’
Niet alles is zeker. Beleidswijzigingen vanuit het kabinet kunnen de situatie nog gaan beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de langstudeerboete. Die is nu van tafel, maar de invoering zou invloed hebben gehad op het aantal studenten en daarmee de inkomsten van de hogeschool. Nu blijft er nog onzekerheid over de invloed van de bezuinigingen op internationalisering vanuit Den Haag.
Het zullen een paar pittige jaren worden, waarin volgens het cvb ‘financiële discipline’ en ‘strakke centrale sturing’ nodig zijn. Eind november kregen alle medewerkers al een e-mail van het college over de noodzaak voor bezuinigingen. ‘De tijd van overvloed is voorbij’, waarschuwde collegelid Gerard van Assem in de overlegvergadering van de HSR op 27 november. ‘Het kost tijd om te wennen aan het idee dat dingen die konden, nu niet meer kunnen. Of alleen kleiner.’