Achtergrond

Hoe de Studiehuiskamer zich van de HU uitbreidt naar andere hogescholen

Michiel van den Anker. Foto: Kees Rutten

Een doodsimpel idee tegen studieuitval. En tegelijkertijd zó succesvol. De Studiehuiskamer (SHK) wint aan terrein in hogescholenland. Inmiddels zijn het er dertig. De initiatiefnemers vertellen hoe dat ging.

Langstudeerders die de verbinding met hun hogeschool en medestudenten verliezen, waardoor ze nog verder afdwalen. Chris de Bruin, docent van het Instituut voor Onderwijs en Orthopegagogiek en opleider bij TLN, wilde daar iets aan doen. Het resultaat: dertig Studiehuiskamers, verspreid door heel Nederland.

Chris de Bruin begon als docent bedrijfskunde en werkte daarnaast als coach. ‘Ongeveer zeven jaar geleden begon ik met het intensief begeleiden van langstudeerders. Dan moet je denken aan studenten die al in hun zesde tot tiende jaar zitten.’ De Bruin merkte dat een-op-een-gesprekken eenzijdig waren en weinig dynamiek vertoonden, en besloot het over een andere boeg te gooien: in groepsverband.

Hij huurde, in samenwerking met het Student Support Centre (SSC) van de HU, een zaaltje af in de mediatheek en sprak elke vrijdag af met zeven studenten. ‘Mensen liepen voorbij en vroegen zich af wat we aan het doen waren. Toen ging het balletje rollen.’ Er kwamen gelden vrij door de afschaffing van de studiebeurs, een kans die De Bruin en het SSC niet lieten liggen. ‘We hadden de wind mee. We konden uitbreiden naar vier begeleiders, en toen acht, toen twaalf. We kregen een vast lokaal. Inmiddels doen er zo’n 240 studenten aan mee.’

Aandacht

Het concept doopte De Bruin om tot de Studiehuiskamer. ‘Met langstudeerders is vaak wat aan de hand, iets wat buiten hun macht ligt. Sommigen zijn mantelzorger of hebben persoonlijke issues. Anderen hebben te kampen met ADHD. Voor die studenten schiet het reguliere schoolsysteem tekort; ze hebben extra aandacht nodig.’

Wat maakt de SHK anders? ‘Ten eerste geven we langstudeerders het gevoel dat ze niet de enigen zijn en dat er niet iets mis is met hen. Ten tweede bieden we structuur, iets wat ze langzamerhand zijn kwijtgeraakt, aangezien ze niet meer in een vaste klas zitten; elke week spreken we af met dezelfde groep. Tot slot kijken we naar de persoonlijke situatie van de student; iedereen heeft andere behoeften. We maken even een praatje: Hoe was je week? Wat heb je nodig? En er is ruimte voor een-op-een-coaching’

Maar zijn deze taken niet weggelegd voor de SLB’er? En wat dacht je van leerteams, waar studenten die vakken moeten inhalen een semester lang optrekken met lotgenoten. ‘Dat klopt. Maar veel SLB’ers hebben niet de kennis en tijd om studenten op de juiste manier te begeleiden. Het aantal uren dat zij in een jaar beschikbaar hebben voor “moeilijkere gevallen”, is op één hand te tellen. En het is nou juist die intensieve begeleiding, dat ritme, waar deze studenten behoefte aan hebben.’

Studiehuiskamer op de Bolognalaan. Foto: Kees Rutten

Missie

Toch is het trainen van die SLB’ers een van De Bruins volgende projecten. ‘Ze zullen niet de functie van de SHK kunnen vervangen. Het feit dat je SLB’er dezelfde persoon is als degene die je een cijfer geeft, zorgt ervoor dat studenten niet alles met hen durven te bespreken. Maar ze kunnen wel beter worden in het doorverwijzen; ze zijn immers het eerste aanspreekpunt van de student. Als ze er samen niet uitkomen, kan de SLB’er een leerteam of SHK aanraden. Je moet ze zien als een soort huisarts.’

De Bruin hield het niet bij SLB-professionalisering. Afgelopen september besloot hij zijn functie als SHK-begeleider neer te leggen en zich te focussen op de export van het concept. Inmiddels beschikken vier hogescholen door heel Nederland over een Studiehuiskamer. ‘Het begon toen een collega vanuit de HU naar Windesheim Zwolle vertrok. Toen ze daar vertelde over de SHK, waren ze gelijk verkocht. Toen dacht ik: waarom niet op andere hogescholen?’

De Bruin woonde beurzen bij en maakte een praatje met studentenbegeleiders van andere hogescholen, die waren gelijk enthousiast. Ook maakte hij het concept bekend door het succesverhaal van Windesheim te delen op LinkedIn. ‘Maar het implementeren van een nieuwe SHK blijkt vaak lastig. Nu corona voorbij is, is het organiseren van financiering een stuk lastiger. Ik krijg vaak mailtjes met de boodschap: “We zijn ermee bezig, maar moeten nog even kijken waar het we geld vandaan halen!”’

Groningen en Zwolle

Een van de hogescholen waar het wel lukte is de Hanze in Groningen. ‘Ik woonde een seminar bij over studentenwelzijn, toen ik samen met De Bruin in een breakoutsessie terecht kwam’, vertelt Lianne Kampstra, docent rechten en SHK-begeleider bij de Hanzehogeschool. ‘We hadden het over langstudeerders en al vrij snel begon hij te vertellen over de SHK. Toen ging het snel.’ Ze hielden eerst een pilot voor het Instituut voor Rechtenstudies, om vervolgens uit te breiden naar vier instituten. ‘Het concept is verder hetzelfde, alleen noemen wij het een studeerkamer voor vierde- en vijfdejaars en een SHK voor zesdejaars en hoger.’

In tegenstelling tot de HU, zijn er aan de SHK op de Hanzehogeschool geen wachtlijsten. Dat wil niet zeggen dat de SHK niets bijdraagt, meent Louisa Rengers-Pleiter, docent Engels en tevens SHK-begeleider voor het International Business School aan de Hanze: ‘Er komen zo veel studenten naar mij toe die zeggen: “Zonder de Studiehuiskamer had ik het niet gered.” Ook al gaat het niet om enorme aantallen, elke geholpen student is er een.’

De SHK aan Windesheim Zwolle, die het concept als eerste overnam van de HU, bestaat nog steeds en helpt inmiddels 130 studenten. ‘Je wilt zo veel mogelijk studenten helpen, ook al bereik je maar 10 procent van het totaal’, vertelt SHK-begeleider Claudia Bakker. ‘Het gaat uiteindelijk om maatwerk. Niet iedereen is gebaat bij de SHK. Soms zitten ze zo diep in een depressie dat het eerst zaak is om goed te eten en te drinken. Anderzijds willen we met de SHK laten zien dat de hogeschool er voor iedereen is.’

Bezuinigingen

Anders ging het aan de Hogeschool Windesheim in Almere. Vanwege bezuinigingen (een SHK kost gemiddeld zo’n 20.000 euro per jaar) besloot het bestuur van Windesheim de SHK uit te faseren, laat een bron weten die anoniem wil blijven. Heel jammer, vindt De Bruin: ‘Het is sneu, vooral voor die studenten die er behoefte aan hebben. Het is kortetermijndenken. Als er bezuinigd moet worden, lijkt de SHK een makkelijke optie. “Dat kunnen we wel missen”, zeggen ze dan. Maar ik weet zeker dat het op lange termijn winstgevend is.’ Voor de SHK’s op de HU en de Hanze is er vooralsnog geen sprake van bezuinigingen.

Volgens Elske Siemonsma, teamleider Student Support Centrum op Windesheim Zwolle, is er helemaal geen sprake van uitfasering. ‘Windesheim Almere heeft gekozen voor Student Support Groepen (SSG’s). Hierin worden kleine groepjes studenten een dagdeel per week door professionele docent-coaches begeleid. Studenten volgen mini-workshops die gaan over leer- en reguleervaardigheden. Ze zijn daar erg enthousiast over.’ Daar is Bakker het mee eens. ‘De studenten vinden dat prettig. Ook valt het binnen de pijlers van Chris’ concept. Verder verschilt het niet zo veel met wat we doen in Zwolle.’

Dat neemt niet weg dat er inderdaad minder middelen beschikbaar zijn, mede door het wegvallen van de NPO-gelden. Dat geldt ook voor Zwolle. Siemonsma: ‘Dan moet je creatief omgaan met middelen die er nog wél zijn. Zo is het aantal coaches tijdens de laatste bezuinigingsgolf gehalveerd, maar konden we wel grotere lokalen regelen. We zien dat de SHK-coaches, ondanks de bezuinigingen, nog steeds een uitstekende begeleiding bieden.’

‘Studenten zijn blij met de Studiehuiskamer’, concludeert Siemonsma. ‘Door op deze manier te werken, hebben ze niet langer het gevoel dat ze alleen moeten ploeteren. Er is weer verbinding met medestudenten en ook de sfeer in de huiskamer is erg goed. Het succes-element zit ook in de begeleiding van professioneel toegeruste docent-coaches die beschikbaar zijn voor een gesprekje, maar ook structuur, veiligheid en verbinding bieden. Het mooiste vind ik dat studenten het vertrouwen in hun eigen kunnen hervinden.’ 

Vertrouwen in de toekomst

De Bruin houdt regelmatig contact met hogescholen die de SHK geïmplementeerd hebben, maar laat ze verder hun eigen gang gaan. ‘Ik bel soms om te vragen hoe het gaat, maar hogescholen zijn eigenwijze instellingen. Ze doen het graag op hun manier.’ Hij gaat in ieder geval door met het verspreiden van zijn concept. ‘Het zou leuk zijn als er dit jaar drie of vier nieuwe hogescholen bijkomen.’