Nieuws

CDA staat alleen in verkiezingsdebat

Het CDA moest dinsdagavond 25 mei alle zeilen bijzetten in een debat over hoger onderwijs. PvdA, D66 en GroenLinks drongen Marja van Bijsterveldt in een hoek om haar bezuinigingsplannen, maar zij gaf geen krimp.

Slechts vier partijen kruisten de degens onder leiding van Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het maakte het debat misschien incompleet, maar wel overzichtelijk. Na wat geharrewar over miljarden werd al snel duidelijk dat vooral het CDA het moest ontgelden, omdat die als enige op onderwijs wil bezuinigen.

‘Wij drieën steggelen hier over twee of tweeënhalf miljard erbij’, vatte D66-leider Alexander Pechtold samen, ‘maar het CDA zet zichzelf volledig buiten de discussie door de komende jaren vierhonderd miljoen bij het onderwijs vandaan te halen.’

Dat vond ook PvdA-fractieleider Mariëtte Hamer. ‘Laten we oppassen met de grote bedragen’, zei ze al vroeg op de avond, maar of het verstandig is om op onderwijs te bezuinigen? ‘Dat maak je mij niet wijs.’

Toch verdedigde demissionair staatssecretaris Marja van Bijsterveldt onverstoorbaar het plan van haar partij. Gespreksleider Paul Schnabel dacht even dat hij het verkeerd verstond: wil het CDA werkelijk 5500 euro collegegeld vragen aan studenten die langer dan een jaar uitlopen in hun studie? Maar hij had het goed gehoord.

In tegenstelling tot de andere partijen wil het CDA de basisbeurs intact laten, legde Marja van Bijsterveldt uit, maar dan moeten studenten hun opleiding in rap tempo afmaken. Een jaartje uitlopen is het maximum. Daarna moeten ze maar het dure instellingstarief gaan betalen. Als ze op tijd hun diploma halen, wordt studeren voor hen niet duurder.

Eendrachtig hakten de partijen daar op in. Vooral Tofik Dibi van GroenLinks keerde zich ‘tegen de trend van selectie, bindend studieadvies en harde knip’, want studeren is ‘meer dan studiepunten halen’. Een tweede studie, vrijwilligerswerk of een stage in het buitenland moet je niet afstraffen, aldus Dibi.

Het CDA had heel andere zorgen. ‘Een aantal partijen denkt dat je alleen met geld dingen kunt verbeteren’, constateerde Van Bijsterveldt. Volgens haar besteedt het CDA het belastinggeld veel effectiever dan bijvoorbeeld D66. Die wil miljarden in onderwijs investeren, terwijl de plannen uiteindelijk weinig effect hebben op de economie.

Vanuit de zaal gaven de voorzitters van universiteitenvereniging VSNU, de HBO-raad en het Interstedelijk Studenten Overleg commentaar. ‘De dimensie van de problemen in het hoger onderwijs is groter dan de partijen beseffen’, zei Sijbolt Noorda van de VSNU. Volgens hem geven andere landen miljarden extra uit aan onderwijs en onderzoek en zou dat ook hier moeten gebeuren, wil Nederland ooit nog tot de top behoren.

De studentenbonden en de onderwijskoepels hadden gisteren gezamenlijk opgeroepen om de aanbevelingen van de commissie-Veerman in het komende regeerakkoord op te nemen, ongeacht wie dat akkoord gaat sluiten. Daar konden de partijen moeilijk mee omgaan. Weten studenten en universiteiten zeker dat ze hetzelfde verstaan onder ‘selectie’, informeerde Hamer voor de zekerheid. Want je kon er jarenlang last van hebben als twee partijen een verschillende invulling aan een woord gaven, wist zij uit ervaring.

Nadat Doekle Terpstra van de HBO-raad had uitgelegd hoezeer de bonden en koepels een compliment verdienden voor hun eendracht, vroegen de politieke partijen hun om ook het voortgezet onderwijs en het mbo bij hun plannen te betrekken. Ze pleitten allemaal voor een ‘warme overdracht’ tussen de onderwijssectoren.

De politiek ziet vooral stromen van leerlingen en beschouwt het hele onderwijs als één geheel’, constateerde Paul Schnabel na afloop tijdens de borrel, ‘terwijl universiteiten en hogescholen zichzelf als het middelpunt zien. Het is goed om rekening te houden met dat verschil.’

Het wemelde in de zaal van de medezeggenschapsstudenten en andere actievelingen, maar twee studenten van Hogeschool Utrecht en één van Stenden Hogeschool waren puur uit interesse naar het debat gekomen. Zij vonden dat het CDA het duidelijkste verhaal had. Maar ze waren het niet met haar eens. ‘Ik heb buiten mijn schuld studievertraging opgelopen en zou dan opeens veel meer moeten betalen’, zei een van hen. ‘Maar ik laat mijn stem niet alleen van de standpunten over hoger onderwijs afhangen’, zei een ander.

Het Hoger Onderwijsdebat vond plaats in het Academiegebouw in Utrecht en is georganiseerd door studentenorganisaties ISO en LSVb, de universiteitsvereniging VSNU, HBO-raad en de Studium Generales van de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.