Steeds meer jongeren gaan weer bij hun ouders wonen. Vijftien procent van de jongeren die in de jaren negentig het ouderlijk huis verlieten, keerde binnen negen jaar terug. Daarmee is het aandeel ‘boemerangkinderen’ bijna twee keer zo groot als in de jaren zeventig.
De gemiddelde leeftijd waarop jongeren het huis uit gaan is sinds de jaren zeventig weinig veranderd, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Maar de redenen waarom jongeren het ouderlijk huis verlaten, zijn wel veranderd. Vroeger gingen ze uit huis om te gaan trouwen of samenwonen, tegenwoordig voor een opleiding of om zelfstandig te zijn.
Vaak is er een verband tussen de reden van vertrek en de reden van terugkomst. Van de jongeren die terugkeerden na het einde van een opleiding, was tachtig procent ook omwille van die opleiding vertrokken. Vooral onder hoogopgeleiden is een opleiding een reden om uit huis te gaan of terug te keren.
Een baan, of het ontbreken daarvan, is minder vaak dan in de jaren zeventig een reden om terug te keren, terwijl een stukgelopen relatie juist vaker als reden wordt genoemd, vooral onder laagopgeleiden. Vrouwen zijn vaker ‘boemerangkinderen’ dan mannen. Jongeren die op vroege leeftijd het huis verlaten hebben een grotere kans om later terug te keren dan wie op latere leeftijd het huis uit ging.
HOP, Ianthe Bato