Interview

HU wil bezuinigen én sterker worden. Collegelid Van Assem legt het uit

Gerard van Assem - Foto: Kees Rutten

Moeten we ons zorgen maken? Op de dag dat de HU nieuwe bezuinigingen aankondigt, vragen we het Gerard van Assem. Hij is lid van het college van bestuur en verantwoordelijk voor de financiën. ‘Natuurlijk’, zegt hij, ‘ik begrijp die vraag, snap dat het leeft’.

Er staan werkelijk dingen te veranderen, maakt hij duidelijk. ‘We kunnen het niet uitsluiten’, zegt hij op de vraag of er gedwongen ontslagen zouden kunnen vallen. Ook al noemt hij het als een laatste mogelijkheid. Eerst is er oog voor ‘natuurlijk verloop’ (mensen die met pensioen gaan of elders een baan vinden) en veel extra aandacht voor interne mobiliteit (mensen die binnen de HU van baan veranderen). Bij een eerdere bezuinigingsronde sloot de collegevoorzitter toen nog gedwongen ontslagen uit. Maar die ‘zachte landing’ is nu niet meer gegarandeerd.

En, zo zegt Van Assem: bij interne mobiliteit lijkt het op macroniveau wel te passen, want op de ene plaats is er krimp en op een andere plaats zoeken ze nog wat mensen. ‘Maar het matchen van aanbod en vraag is weerbarstig.’

Ik sprak al iemand die zei: moet ik nu vanuit ondersteunende dienst ineens gaan lesgeven of zo?
‘Dit soort vraagstukken houden ons ook bezig. Een docent van de ene opleiding kun je ook niet zomaar bij een andere opleiding neerzetten. We hebben alle begrip voor mensen die zich zorgen maken, je wil ook heel graag duidelijkheid bieden en die zorgen wegnemen. Maar het eerlijke verhaal is dat we dat op sommige punten op dit moment niet kunnen.’

Wat hij wel kan: de cijfers uitleggen. Duidelijk maken hoe zo’n miljoenenbedrag is opgebouwd.

‘Er hangt een bezuiniging van 100 miljoen boven het hbo. Die komt met de Voorjaarsnota en anders in september met Prinsjesdag. Omgerekend zou dat voor de HU zo’n 7,5 miljoen betekenen. Daarnaast moeten we 6 miljoen tekort in de huidige meerjarenbegroting nog alloceren. Ook willen we een negatief bedrag op de begroting van 5,5 miljoen in 2027 wegwerken om niet afhankelijk te zijn van ontwikkelingen buiten onze macht zoals de rentestand.

Samen dus 19 miljoen op een begroting van 470 miljoen. Dus dat gaat om zo’n 6 procent. Geen enorm groot percentage, maar genoeg om op tijd te waarschuwen en de organisatie in beweging te zetten.’

Weinig tegenstand

Volgens het collegelid is de HU er snel bij met deze aankondiging. ‘We proberen heel nadrukkelijk nu alvast de besluitvorming hierover in gang te zetten. Als we hadden gewacht tot september, hadden we de jaarlijkse werving van docenten in juli en augustus al gehad. Als je dan ook nog tegen dalende studentenaantallen aanloopt, zit je met zeer moeilijke bezuinigingen. We willen onze keuzes proactief maken.’

Gerard van Assem. Foto: Kees Rutten

Daar voegt hij het verhaal aan toe zoals dat ook in het persbericht op EENHU stond: ‘Er zijn drie zaken voor ons heel belangrijk. Allereerst de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek. Het welzijn van onze studenten. En uiteraard het welzijn van onze medewerkers. Daarnaast willen we kwaliteit en talent in onze organisatie kunnen behouden.’

Hij vervolgt: ‘In juli weten we weer meer. Dan proberen we de medewerkers ook goed te informeren. Maar we willen dit ook met z’n allen doen. Dus we vragen directeuren: ga in gesprek met je mensen. Sta open voor suggesties, laat iedereen meedenken. Professionals weten heel goed hoe ze hun werk moeten doen. Dus het is een gemiste kans als je niet aan die professionals vraagt: hoe kijk jij hiernaar?’

Ben je al op tegenstand gestuit?
‘Nee, eerlijk gezegd nog niet. Het is voor de meeste mensen geen verrassing. Die lezen de kranten, zijn op de hoogte dat er bezuinigingen aankomen. En we zijn hier transparant over in onze communicatie. Dan nog kan het natuurlijk altijd zo zijn dat mensen kritisch zijn op onze keuzes. Dat is alleen maar goed, je mag hier ook kritische geluiden laten horen. Maar uiteindelijk maken we toch keuzes.’

Waarbij het een bewuste eigen keuze is om op nul te willen uitkomen in 2027, of niet?
‘Ja, dat is deels een eigen keuze. Maar als je daarvoor niet kiest en het zit echt tegen, dan wordt het een heel moeilijke opgave. En dat kun je nu proberen te voorkomen.’

Tegelijkertijd wil de HU voorop lopen op het gebied van onderzoek. ‘We hebben de overtuiging: dat gaan we sterker neerzetten, daarin willen we blijven investeren. Het geeft een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs, maar kan ook een hulpmiddel zijn om geld uit de tweede en derde geldstroom aan te trekken.’

Tegelijkertijd worden de bezuinigingen gelijkelijk verdeeld over onderwijs, onderzoek en diensten.
‘Eens. We houden met deze bezuinigingsopdracht dezelfde verhoudingen, dat klopt. We hebben er heel lang over nagedacht, ook andere modellen bedacht.’

Is dat dan niet het moment om rigoureuzer koers te kiezen en te zeggen: we zetten in op onderzoek?
‘Dat hadden we kunnen doen. En uiteindelijk, na al die gesprekken, met directeuren en beleidsmedewerkers, zijn we daar niet op uitgekomen. Ook omdat we denken dat instituten en kenniscentra zelf het beste weten hoe hun eigen eenheid in elkaar zit en zelf het beste de keuze kunnen maken. Want we doen dit samen. We vragen aan de directeuren om een meerjarig financiële en HR-plan te maken. En dat dienen ze in juni te hebben.’

Dat is snel.
‘Zeker. Maar voor de directeuren is het ook geen nieuws dát er bezuinigingen komen. We werken met een begeleidingsteam van Finance en HR om mee te denken over hoe ze dit kunnen aanpakken. Maar zij kennen hun organisatieonderdeel het beste, dus zullen zelf met een voorstel moeten komen.’

Dan kan er ook een concurrentieslag ontstaan tussen de instituten. Ieder claimt zijn of haar unieke positie met allerlei kostbare uitzonderingen.  
‘Dat kan. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: om dat te operationaliseren, is best ingewikkeld. Maar ik merk dat er absoluut een gevoel van solidariteit is. De wil is er.’

Je wil tegelijkertijd ook niet alle vernieuwingen opgeven.
‘Nee precies. Bij de vorige bezuiniging hebben we al gezegd: we moeten die innovaties in 2025 omzetten naar “de lijn”, dus niet meer als een apart programma. Dat lijkt te lukken. Denk aan change thema’s zoals student journey en research journey.

Bij student journey proberen we steeds beter te luisteren: waar komen studenten mee? Die willen niet met zoveel verschillende systemen werken. En een deel vindt de overgang van havo naar hbo erg groot. Dus nu is er een app ontwikkeld en dit jaar kan iedere student die gebruiken, voor alle communicatie met de HU. Zo proberen we de ervaring die studenten hebben met de hogeschool beter te maken. We zijn een grote organisatie, maar we kunnen het op sommige plekken gewoon kleiner en warmer maken. Daar werken we hard aan. We hopen dat dat ook zo te zien is straks in de NSE.’

Dat kan lastig worden als je gaat bezuinigen.
‘Ik denk juist dat deze bezuinigingen ons helpen in het bedenken van creatieve oplossingen en juiste keuzes maken. Hoe kunnen we met minder middelen toch die studenten faciliteren? En ook onze collega-medewerkers? Dat vraagt op sommige punten een andere manier van kijken naar een bepaalde vraagstelling.’

Maar als een student hoort dat er minder docenten zijn, zal die denken dat het ten koste gaat van de kwaliteit.
‘Ik kan me voorstellen dat een student zo denkt. Ik weet niet of het echt zo is. En ik zie mogelijkheden om het met iets minder middelen goed te doen. Zodat we bijvoorbeeld beter scoren in de Keuzegids. Dat zou ik onze collega’s van harte gunnen, want zij werken hier elke dag knetterhard voor. En we staan al een aantal jaren onderaan die lijst. Het is fijn als we het harde werk terug kunnen zien in de uitslagen van de NSE.’

Met bezuinigingen kan er ook een soort zuurheid in sluipen.
‘Ik snap dat mensen zich zorgen maken en misschien cynisch erover doen. Maar tegelijkertijd denk ik: Dit is waar we in het hbo met z’n allen voor staan. En we staan er beter voor dan veel andere hogescholen. Financieel zijn we gezond. Als hogeschool in het midden van het land trekken we makkelijker studenten. En op een aantal opleidingen doen we het opvallend goed ten opzichte van andere hogescholen. We investeren ook in contacten met de universiteit en het ziekenhuis en mbo. Zodat we als onderdeel van de regio heel sterk staan. Daarbij willen we juist ook samen werken aan oplossingen, met studenten, medewerkers en medezeggenschap.’

Maar moeten we dan ons richten op meer studenten aantrekken? In een battle om de studenten van de andere hogescholen?
‘Die is er eigenlijk al. We bieden een mix van bachelors, masters en ad’s. We willen ook in het onderwijs voor professionals investeren. Het leven lang ontwikkelen. En met die mix proberen we het totaal aantal studenten zo lang mogelijk op peil te houden in Utrecht. Daar zetten we elk jaar maximaal op in. En dat doen we dit jaar ook. En als studenten moeten kiezen tussen Amsterdam of Utrecht, hopen we natuurlijk dat ze kiezen voor Utrecht. Dat is logisch. Op landelijk niveau moet nagedacht worden over de vraag: moeten we niet kijken naar het hele assortiment aan opleidingen. En moeten we landelijk kijken of we dat op een andere manier gaan indelen. Maar dat is niet voor de korte termijn.’

Maar als je nu moet bezuinigen: kijk je dan ook naar het sluiten van een opleiding? Of ligt dat ook bij de directeuren van de instituten?
‘Primair bij de directeuren. En bij die keuzes moet je goed kijken: wat is het effect op de lange termijn? Dan kun je mogelijk op een gegeven moment moeten concluderen: van alle keuzes die pijn doen is het sluiten van de opleiding misschien de minst erge.‘

Zonder kaasschaaf naar 2029

Wat Van Assem er maar mee wil aangeven: De bezuinigingsopdracht is volgens hem te groot voor de kaasschaaf-methode: iedereen doet overal een beetje ervan af. ‘Want dat lijkt eenvoudiger, maar is niet toekomstbestendig’, stelt Van Assem. ‘We willen keuzes maken die ons over drie tot vijf jaar sterker maken. Als je blijft kaasschaven, dan kom je nooit op dat optimale niveau. Dus dat vraagt iets, en daarvoor moeten we het moeilijke gesprek aan durven gaan.’

Waarbij hij zelfs uiteindelijk het woord ‘reorganisatie’ niet schuwt. ‘Als laatste redmiddel, laat dat duidelijk zijn’, voegt hij er direct aan toe. Maar ook: ‘We hebben afgesproken binnen het college dat daarop geen taboe rust. Het kan een goed instrument zijn om je doelen te bereiken met behoud van de rechten van medewerkers.’

Foto: Kees Rutten

Hoe loopt het met de bezuinigingen tot nog toe?
‘We zagen eerst een daling van min 1 procent in studentaantallen, dat viel heel erg mee. We zagen wel bij Social Work en Archimedes snel dalende studentenaantallen. Daar is versneld vanaf september actie ondernomen om te kijken: hoe moeten we dat op een goede manier doen. Bij deze bezuiniging van 19 miljoen merk je: dit is anders. Want dit raakt ons allemaal, echt over de hele linie.’

Eerder kregen we een duidelijk voorbeeld van een bezuiniging met het beëindigen van het onderwijsfestival. Ligt er nu ook iets heel concreets?
‘Nee, daar hebben we bewust niet voor gekozen. Dat zou een soort symbolisch iets zijn, maar daar willen we bij wegblijven. We willen uitdrukkelijk dat gesprek hier binnen de hogeschool nog voeren. Ten opzichte van andere hogescholen zijn we daarin iets proactiever. We bereiden ons echt voor op de klap die gaat komen. Dus in die zin zijn we er snel bij.’

En na 2029? Of is dat te ver weg?  
Van Assem lacht een beetje: ‘We anticiperen nu erop dat we dan in een neutrale situatie zitten in de bedrijfsvoering.’ En, voegt hij eraan toe: ‘Een jaar geleden hadden we deze situatie niet voorspeld. Maar stel dat het kabinet valt, dan ziet de wereld er anders uit. En stel dat het in Oekraïne tot vrede komt, dan ziet het er nog anders uit. Ik heb ooit geleerd: “voorspellen is heel moeilijk, zeker als het de toekomst betreft.”’