Huib de Zeeuw is docent aan de opleiding Journalistiek. Zijn column verschijnt om de week bij Trajectum.
Veel studenten haten het. En docenten kijken het liever ook niet na. De scriptie.
Het is de donkere wolk die boven het afstuderen hangt. Zweten over hoofd- en deelvragen, tientallen wetenschappelijke artikelen lezen, die informatie verwerken en erachter komen dat je onderzoeksvragen niet meer kloppen. Een onderzoeksmethode opzetten, interviewen, coderen, classificeren en de APA-regels.
Het is zwaar.
Eigenlijk moet ik schrijven: het was zwaar.
Het AD vroeg deze week AI-experts in het onderwijs naar de toekomst van de scriptie. De conclusie was eensgezind: onhoudbaar. Tom Naberink scheef twee jaar geleden al een scriptie met hulp van AI en stelt op basis van talloze gesprekken met docenten dat we ‘diploma’s weggeven aan chatbots’.
Gelukkig is bij ons de scriptie niet het enige aspect van het afstuderen, maar wel een belangrijk onderdeel. Bij het beoordelen van een scriptie vraag ik mij ook af wat door de student is geschreven of is uitbesteed aan AI. En dat lossen we niet op met een bijlage met screenshots van prompts. Want hoe eerlijk zijn de studenten hierover?
Een collega, die in zijn lessen veel experimenteert met kunstmatige intelligentie, vergeleek het gebruik van AI met een snoepwinkel. ‘Ze mogen al die snoepjes pakken maar het lekkerste snoepje – het laten schrijven van het verslag – is verboden.’
In een mondeling kan je testen of studenten daadwerkelijk weten waar ze het over hebben, maar al te veel tijd is hier niet voor. Dus wat toetsen wij eigenlijk? Zijn het onderzoeksvaardigheden. Of vooral hoe vaardig een student prompts kan schrijven en de resultaten kan verdedigen?
Toch laten we studenten nog steeds scripties schrijven. Maar niet voor lang meer, verwacht Naberink. Hij voorspelt dat in de komende twee jaar het hoger onderwijs afscheid neemt van scripties. En ik denk dat hij gelijk heeft.
De toetsvorm is niet heilig. Het draait om de vragen: wat willen we dat studenten leren en hoe richten we ons onderwijs daarop in?
Daar mag ik volgend studiejaar mee aan de slag. Ik kan niet wachten.