Hoewel minder studenten alcohol nuttigen, blijft één op de vier in het hoger onderwijs een ‘zware drinker’. Studenten aan de universiteit blijken nog altijd het vaakst te drinken.
Zo’n tachtig procent van de jongeren doet weleens een drankje, blijkt uit cijfers van het RIVM, het Trimbos Instituut en statistiekbureau CBS Dat is minder dan in het vorige onderzoek van 2015/2017.
Het aandeel ‘zware drinkers’ onder jongeren daalt echter nauwelijks. In het hbo is zelfs sprake van een stijging. Zo’n één op de vier studenten in het hoger onderwijs nuttigt minstens één keer in de week zes glazen (mannen) of vier glazen (vrouwen).
Langdurig en frequent alcoholgebruik kan leiden tot schade aan de hersenen of lever. Om die reden sloten eind 2018 een reeks aan partijen het Nationaal Preventieakkoord. Daaronder de overheid, onderwijsinstellingen en zelfs bierbrouwers. Een van de doelstellingen is om het aantal overmatig drinkende studenten te halveren.
Bron: HOP, Naomi Bergshoeff


