Universiteiten en hogescholen mogen sport en cultuur blijven faciliteren, bevestigt demissionair minister Gouke Moes. Maar het hbo krijgt financieel toezicht op omscholingstrajecten naar het onderwijs. HU-directeur Sanne Tromp is er niet gelukkig mee.
Met publiek geld mogen onderwijsinstellingen geen ‘private’ activiteiten bekostigen, is de regel. Daar gaat de overheid strenger op toezien. Daardoor zouden universiteiten en hogescholen een einde moeten maken aan de goedkope sportfaciliteiten voor studenten en medewerkers.
Sport en cultuur gered
Er stak een storm van verontwaardiging op toen het HOP dit nieuws afgelopen april naar buiten bracht. Van petities tot schriftelijke vragen van de Tweede Kamer, de minister van Onderwijs kreeg van alle kanten kritiek. Overigens zouden ook de goedkope cultuurfaciliteiten niet langer toegestaan zijn.
Toenmalig minister Eppo Bruins kwam er snel van terug. In een brief aan de bestuurders van universiteiten en hogescholen bevestigt demissionair minister Moes nu deze koers: sport en cultuur zijn voorlopig gered. Er volgt nader onderzoek en nieuwe besluitvorming. Tot die tijd zal het financiële toezicht van de Inspectie van het Onderwijs hier niet naar kijken.
Zij-instroom niet
Dat ligt anders voor de zogeheten zij-instroomtrajecten in het hbo, die mensen omscholen tot leraar. Die worden wél gezien als een private activiteit en dus gaat de inspectie er strenger op toezien: er mag niet zomaar publiek geld naartoe, want dat kan de markt verstoren.
De Vereniging Hogescholen heeft hier eerder bezwaar tegen gemaakt. Er is een enorm lerarentekort. Waarom zou je het hbo dan straffen met streng financieel toezicht wanneer het zij-instroomtrajecten wil aanbieden die tot een lesbevoegdheid leiden?
Maar het demissionaire kabinet houdt zijn poot stijf. De redenering: de bekostiging voor deze zij-instroomtrajecten loopt niet via de hogescholen zelf (zoals bijvoorbeeld bij een gewone bacheloropleiding) maar via de basis- en middelbare scholen die iemand het traject laten volgen.
Die scholen kunnen dus ook in zee gaan met particuliere aanbieders van zulke projecten. Het is een vrije markt en in die zin gaat het om ‘private’ trajecten, en niet om publieke trajecten. Anders dan bij sport en cultuur was dit ook helemaal niet onduidelijk, meent minister Moes. Daarom vindt hij het niet nodig om een uitzondering te maken.
Niet in beton gegoten
‘Hier is bewust gekozen voor het subsidiëren van het schoolbestuur, in plaats van de aanbieder van zij-instroomtrajecten’, schrijft hij in zijn brief. ‘Dit is uiteraard niet in beton gegoten; met enige regelmaat wordt bekeken hoe het instrumentarium gericht op het opleiden van zoveel mogelijk goede docenten ingericht moet worden.’
Maar in elk geval tot 2027 behoren de zij-instroomtrajecten dus tot de ‘private’ activiteiten in het hbo. De Vereniging Hogescholen kon maandagmiddag nog niet reageren.
Hogeschool Utrecht
HU-directeur Sanne Tromp van de lerarenopleiding is niet te spreken over de beslissing van Moes. ‘De politiek vraagt van lerarenopleidingen om het grote lerarentekort te helpen bestrijden. Tegelijkertijd maakt Den Haag het de lerarenopleidingen steeds moeilijker om die taak goed uit te voeren.’
Tromp gaat verder: ‘Bezuinigingen leiden tot minder tijd voor onderwijs, we hebben landelijke kennistoetsen die onze docenten veel tijd kosten, er komt extra toezicht op de kwaliteit van zij-instroom trajecten. En nu stuurt Den Haag ook nog de accountant op ons af. Het is belangrijk dat de politiek ons het vertrouwen en de middelen geeft om onze taak goed uit te voeren. Dit helpt niet.’
Update van dinsdag 4 november 13:35 uur: reactie Vereniging Hogescholen:
Voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen is teleurgesteld over de brief. ‘Basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en hogescholen blijven nu last houden van onnodig veel bureaucratische rompslomp bij het opleiden van zij-instromers die voor de klas willen staan. Dat is zonde. Nederland staat juist te springen om deze mensen. Zij-instroom hoort wat ons betreft niet thuis in deze complexe regeling voor publiek-private activiteiten.’
HOP, Bas Belleman


