Een nieuwe ethische commissie van Hogeschool Utrecht speelt een ‘belangrijke rol’ in de samenwerking met Defensie, schrijft de HU. Maar die commissie bestaat (voorlopig) helemaal niet.
Hogeschool Utrecht zoekt steeds nadrukkelijker aansluiting bij Defensie. Niet vreemd, zegt de onderwijsinstelling: de wereld is er nou niet bepaald veiliger op geworden. Oorlogsdreiging, geopolitieke spanningen, desinformatie, cyberaanvallen, democratieën die wankelen, het rijtje wordt langer, niet korter. En dus moet de samenleving weerbaarder worden.
‘De oplossing ligt in een whole of society approach: samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, onderwijs, wetenschap en samenleving’, schrijft de onderwijsinstelling op het intranet van de HU. De HU wil daar nadrukkelijk deel van uitmaken, via stages, onderzoek en innovatieprojecten op uiteenlopende Defensie-thema’s: van cyberveiligheid tot medische zorg, van technologie tot sociale cohesie.
Landelijke trend
Die samenwerking krijgt steeds concretere vormen. In februari start bijvoorbeeld een nieuwe minor: Weerbaar tegen hybride dreigingen. Studenten die de minor afronden, kunnen reservist worden bij het leger. Daarmee sluit de HU aan bij een landelijke beweging in het hoger onderwijs, waar hogescholen en universiteiten de banden met Defensie versterken.
Maar waar je samenwerkt, moet je ook afspraken maken. Vooral wanneer projecten een dual-use karakter hebben: technologie die zowel civiel als militair ingezet kan worden. Denk aan drones voor luchtfotografie, die zomaar ook als wapen kunnen fungeren. En juist dan doemen morele dilemma’s op die om advies roepen.
Daar speelt de nieuwe ethische commissie van de HU een ‘belangrijke rol’, schrijft de hogeschool. Alleen: die commissie bestaat (nog) niet.
‘Risico niet groter dan eerst’
‘Hij is er nog niet, maar komt er wel,’ zegt Renée Filius, directeur van Onderwijs, Onderzoek en Studentzaken (OO&S). Bij haar dienst vindt de verkenning naar de nieuwe commissie plaats. Hoe de groep eruit gaat zien? Dat is nog een lege schets. De oprichting ervan staat namelijk nog in de kinderschoenen.
‘We zijn gestart te kijken hoe andere hogescholen dat doen. Ondertussen zijn we ook in gesprek met de Universiteit Utrecht,’ vertelt Filius. Een datum voor wanneer de commissie daadwerkelijk operationeel is, durft ze niet te noemen.
Is het dan niet problematisch dat de samenwerking met Defensie al volop draait, zonder dat er zo’n commissie meekijkt? Filius denkt van niet. ‘Het risico is niet groter dan eerst. En natuurlijk kan er binnen de HU altijd om advies gevraagd worden.’
‘Dit past niet in ons straatje’
Voor inspiratie klopte Filius aan bij een commissie die de HU al heeft: de ethische commissie voor onderzoek. Die houdt zich bezig met zaken als privacy, proefpersonen en bijbehorende wetgeving bij onderzoeken die de HU uitvoert.
In bestuurlijke kringen leefde het idee dat juist deze commissie ook de Defensie-samenwerkingen kon toetsen. Maar dat blijkt niet het geval, zegt Louis Logister, secretaris van de ethische commissie onderzoek en tevens Hogeschoolraad-lid.
‘Dit past niet in ons straatje’, vertelt hij. Pas een paar weken geleden werd de commissie om input gevraagd. ‘Wij hebben die expertise niet, zeiden we. Ons advies was: richt een nieuwe commissie op.’
Gevaar voor onethische keuzes?
Ook zonder die nieuwe commissie valt de HU niet in een ethisch vacuüm. Vorig jaar miste namelijk zowel de Hogeschoolraad als het college van bestuur duidelijke criteria voor het aangaan van samenwerkingen met externe partners. Daaruit ontstond het ‘’afwegingsinstrument samenwerking’’. Sinds de jaarwisseling kunnen HU-medewerkers dat raadplegen als ze met een land, organisatie of bedrijf willen samenwerken.
Het was geen revolutionair nieuw besluit, maar een samensmelting van bestaand HU-beleid en landelijke regelgeving. Opvallend genoeg staat daar wel in dat de ethische commissie onderzoek advies kan geven over samenwerkingen. Waarom hebben ze toen niet aangegeven niet de juiste expertise in huis te hebben? Logister kijkt terug: ‘Er was toen al twijfel of we dat erbij konden doen. Maar nu hebben we dus besloten dat er beter een nieuwe commissie kan komen.’
Volgens HU-woordvoerder Lisette Ebeling Koning brengt de huidige situatie geen risico’s met zich mee, al benadrukt ze het belang van de nieuwe commissie. ‘We gaan meer samenwerken met defensie, daarom is het vooral voor de toekomst belangrijk om een nieuwe ethische commissie te hebben die echt gespecialiseerd is in samenwerkingen buiten onderzoek om. Voor nu toetsen we samenwerkingen, zoals ook met Defensie, met behulp van ons afwegingsinstrument voor strategische samenwerking en kijken we onder andere naar de aansluiting op de visie en kernwaarden van de HU en in geval van twijfel kunnen we zaken aan onze juridische en andere experts voorleggen.’
Volgens Filius gaat de nieuwe ethische commissie verder dan enkel samenwerkingsverbanden. ‘Ethiek gaat verder dan onderzoek. Studentendata, sociale veiligheid en digitalisering brengen eigen ethische vragen mee.’


