Waarom draag je wat je draagt? In HU’s Catwalk vraagt Trajectum studenten het hemd van het lijf over hun stijl, kleding en het belang van uiterlijk. Deze keer betreedt Robin (24) de catwalk. Ze studeert Social Work aan de HU.
Wat heb je aan? ‘Een korte zwarte rok met daaronder een rode kanten panty met bloemetjes. Ik draag een bordeauxrode top met zwarte laarzen. Deze Aventurijn-ketting zorgt voor de positieve vibe.’

Omschrijf je stijl ‘Een soort verkleedkist. Ik hou van experimenteren en vind het niet erg om op te vallen. Ik denk wel eens: dit lijkt een carnavalsoptocht, met glitters en veren. Op de middelbare school was dat nog extremer, vooral met kleuren. Mijn beste vriendin op de middelbare maakte er grapjes over. Ze riep “Alaaf!” als ik het lokaal binnenkwam.’
Past jouw stijl bij je persoonlijkheid? ‘Heel erg. Ik loop niet elke dag super outgoing, want ik moet er zin in hebben. Als ik moe ben of moet haasten, trek ik gewoon een trui en een broek aan. Maar ik vind het leuk om mijn persoonlijkheid te laten zien in mijn kleding. Die is opvallend en soms gek.’
Is jouw stijl veranderd? ‘Hij is wat ingetogener geworden, maar nog steeds met glitters en opvallende prints. Ook voel ik me comfortabeler bij sexy kleding. Als puber droeg ik die ook, maar mijn moeder floot me terug en zei: ‘Trek maar wat anders aan naar school.’ Nu ben ik 24 en is het niet raar als ik hier zit met een korte rok en een half doorzichtige top. Ik voel me niet naakt.’
Wat voor kleding draag je nooit? ‘Joggingbroeken buitenshuis. Ik vind dat verschrikkelijk. Ik snap dat het comfortabel is, maar ik voel me er slonzig in. Spijkerbroeken draag ik ook niet veel, omdat ik ze niet lekker vind zitten.’

Wat is essentieel in je kledingkast? ‘Ik heb een mand vol panty’s met printjes en kleurtjes. Ze maken van een basic outfit iets gezelligs. Ik draag veel jurken en rokken, dus ik kan er eindeloos mee variëren. Verder de basics: shirts en rokjes om een outfit op te bouwen, meestal in zwart, bruin of rood.’
Welk kledingstuk draag je elke dag? ‘Mijn panterjas. Het wordt nu wat lastiger door het natte weer, want hij is niet waterdicht. Maar als ik hem kan dragen, ben ik helemaal blij. Hij past bij alles in mijn kast. Ik draag ook altijd deze armbandjes: één gekregen van een vriendin en één door een andere vriendin gemaakt.’
Is er een kledingstuk dat veel voor je betekent? ‘Mijn sjaal is door mijn oma gebreid, ze is al jaren dood. Mijn tas was ooit van mijn moeder. Als kind zag ik haar altijd ermee, hij ruikt zelfs nog naar vroeger. Ik heb ook veel sieraden van mijn oma, waar ik zuinig op ben. Mijn oorbellen heb ik van mijn tante gekregen voordat zij overleed.’
Wat lezen mensen aan jouw stijl af, denk je? ‘Als ik uitgedost ben, kunnen mensen zien dat ik zelfvertrouwen heb. Ik vind het belangrijk dat een outfit van top tot teen klopt. Als ik een uitbundige outfit aan heb moet mijn make-up matchen. Anders voelt het voor mij alsof de outfit niet af is.’
Wat wil je met je stijl laten zien? ‘Niks. Maar ik voel me beter als mijn outfit klopt. Als ik geen zin heb in de dag, stop ik extra moeite in mijn outfit en make-up, omdat ik weet dat de dag daar leuker van wordt. Ik kleed me voor mezelf, niet voor anderen.’

Waar haal jij je inspiratie vandaan? ‘Ik vind de jaren 60, 70, 80 en 90 het interessantst. Vooral de jaren 80: al die glamour, panterprint, kant en leer. Het getoupeerde haar en die knalblauwe oogschaduw tot aan je wenkbrauwen. We moeten daar naar terug.’
Waar winkel je vooral? ‘Ik probeer mindful te kopen. Vroeger had ik een shopverslaving en daardoor heb ik te veel kleren. Nu koop ik alleen iets als het goede kwaliteit heeft. Mijn panty’s haal ik bij Calzedonia, die gaan lang mee.’
Wat doe je in je vrije tijd? ‘Ik werk in een wijnbar, heel leuk, al draag ik er werkkleding. Mijn zelfexpressie beperkt zich er tot make-up. Ik lees graag, schrijf, kook, kijk films en ga naar buiten, met bergschoenen en hoog opgetrokken wandelsokken.’
Lievelingsfilm? ‘Midsommar van Ari Aster. Fantastisch gedaan. Alles is goed uitgedacht en geresearcht. Ik hou van films die ik niet volledig begrijp als ik ze gekeken heb.’
Lievelingsboek? ‘Come Closer van Sara Gran. Het is geschreven als een dagboek en gaat over een vrouw die langzaam bezeten raakt door een demon. Ik hou van horror en ik ga goed op verhalen met vreemde hoofdpersonen die niet ethisch handelen.’

Wat voor muziek luister je? ‘Oude house en disco staan vaak op. Maar ik luister ook graag naar wat harder, zoals punk en rock. En Chappell Roan op z’n tijd.’
Welk cijfer geef je je leven op dit moment? ‘Een 8. Ik ben tevreden met mezelf, mijn vrienden en het leven. Als het nu zomer was geweest, had ik mezelf een 9 of 10 gegeven, maar de winter maakt het gewoon zwaar.’
Wat is je grootste angst? ‘Spinnen. Vroeger was ik nooit bang, maar mijn stiefzus wel. Volgens mijn moeder heb ik dat overgenomen. Ik ben nergens bang voor, maar als ik een spin zie, moet ik gewoon huilen. Zo eng vind ik ze, en ik weet dan niet wat ik moet doen.’
Wat vind je mooi aan jezelf? ‘Mijn geest. Ik kan mezelf goed verwoorden en uitdrukken. Dat zorgt voor verbinding met anderen en met mezelf. Mijn gedrag en gevoel zijn consistent. Ik doe me eigenlijk nooit anders voor dan ik ben.’
Wat wil je later worden? ‘Social Worker, in de richting van Community Development. Ik hou ervan om nieuwe mensen te ontmoeten en connectie te maken.’


