Jaarlijks beginnen vele medewerkers voor het eerst aan deze hogeschool. Dit jaar volgen we er vier uit deze groep. Ze hebben uiteenlopende werkzaamheden: onderzoeken, lesgeven, data analyseren en een opleiding coördineren. Maar waarom kwamen ze eigenlijk hier, wat verwachten ze en komt dat ook uit? Een eerste kennismaking met Sanne, Rathee, Anouk en Joris.
Even voorstellen

‘Wij maken het zo dat ze in één oogopslag alles kunnen zien.’ Anouk Leemans is data-analist en maakt ‘dashboards’. Daarin kunnen docenten, studieloopbaanbegeleiders en decanen van de hele HU informatie vinden over hun studenten, bijvoorbeeld het aantal behaalde studiepunten. ‘Normaal gesproken moeten ze veel informatie uit verschillende systemen halen, wat tijdrovend is’, verklaart ze.

‘De relatie tussen studentenwelzijn en studiesucces boeit me enorm.’ Navneet Rathee is sinds juni opleidingsmanager bij International Business. Hij houdt zich bezig met docentprofessionalisering en didactiek.

‘Ik doe onderzoek naar beweegmonitoring bij baby’s.’ Sanne de Baas is net begonnen als promovendus bij het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam leven. Ze onderzoekt met haar project BAMBAM hoe een ‘slimme’ romper kan volgen welke bewegingen een zuigeling maakt, vooral als hij een ontwikkelingsachterstand heeft. ‘Het pakje is ontwikkeld in Finland, en wij onderzoeken nu of het ook toepasbaar is voor fysiotherapeuten hier.’

‘Ik leid werktuigbouwers op.’ Joris Smeets is trainee-docent bij het Institute for Design and Engineering (IDE). Hij begeleidt projecten en geeft les in machinebouw en ontwerpen. Over twee jaar is hij trainee- af. Tot die tijd krijgt hij begeleiding van zijn collega’s die hier al een tijdje rondlopen.
Telefoons, hotels, alarmcentrales en sieraden
Ze komen alle vier uit verschillende werelden. Anouk werkt nu zeven jaar als data-analist. ‘Ik ben dertig en begon vrij jong. Eerst zat ik in de consultancy, daarna bij een groot online sieradenbedrijf. Daar werkten overwegend jonge mensen en kon je veel uitproberen. Vervolgens werkte ik tweeënhalf jaar bij VodafoneZiggo: een stuk formeler en meer gericht op winst.’
Rathee werd geboren in India en kwam via India en de VS naar Nederland voor een hbo-opleiding. Hij kwam terecht in de hotelbranche en werkte een poos bij een techbedrijf als businessanalist. Zes jaar geleden ging hij de overstap naar het onderwijs verkennen. Hotelschool Den Haag zocht iemand die gastvrijheid kon verbinden met technologie. ‘Zo is mijn onderwijscarrière begonnen.’
Voor Sanne is dit de eerste baan die aansluit bij haar studie. Hiervoor werkte ze bij een alarmcentrale voor zorg- en reisverzekeringen. Daar werkt ze nu nog twee dagen per week.

Joris liep hier als student al vier jaar rond. Voor die tijd had hij al een vierjarige mbo gedaan tot edelsmid en metaalbewerking. Hij had kunnen kiezen tussen een baan bij een juwelier of in de medische wereld voor fijne instrumenten. Het werd geen van beide: ‘Ik wilde liever de machinebouw in.’
Hoe groot is het verschil aan de HU met vorige banen?
Anouk: ‘Bij de HU zie ik meteen het effect van wat ik doe. Het is minder bureaucratisch dan waar ik hiervoor heb gewerkt.’
Sanne herkent dat een beetje. ‘Wat me vooral opvalt, is dat het contact tussen docenten en studenten hier veel persoonlijker is. Op de universiteit was dat anders, daar was het afstandelijker, misschien door de grotere aantallen studenten.’
Rathee: ‘Bij de Hotelschool Den Haag hadden we een vast aantal studenten per jaar, terwijl hier meer onzekerheid is over instroom en uitval. Studenten komen hier via matching, niet via selectie. Ook de sfeer is anders: minder ‘hospitality-businessachtig’.
Joris vindt het vooral wat chaotischer. Dan moet hij plotseling inspringen bij een project of bij een college. Of hij zit onverwacht met een student die hulp nodig heeft. Maar dat past hem wel. ‘Ik hou van het feit dat de studenten gemotiveerd zijn. Als ze het niet zijn, blijven ze thuis.’
En de sfeer?
‘Mijn eerste indruk van de HU was positief’, vertelt Anouk. ‘Ik kon de eerste weken rustig mijn weg vinden. Iedereen is open en behulpzaam, zowel het team als de docenten voor wie we werken.’ Bij Sanne ging dat net zo. ‘Mijn omgeving was ook heel verwelkomend.’

Rathee ziet dat ook: ‘Wat me meteen opviel, is hoe gemotiveerd de docenten zijn. Iedereen is bereid om te helpen. Als ik meer inzicht nodig heb in studentenwerving, staan onze marketing- en communicatiecollega’s klaar. Wil ik iets weten over uitvalcijfers, dan helpen de finance-collega’s.’
Joris ondervindt iets soortgelijks. ‘De afdeling is open, creatief en er is weinig hiërarchie. Er wordt veel gelachen en gekletst, zowel bij het koffiezetapparaat als in de studentenkroeg hier beneden. Voor mij als trainee is het ontspannen, ik krijg de tijd om alles te leren, mag zo’n vier uur per week meekijken met de les van een ander.’
Wat brengen ze mee naar de HU?
Na een sollicitatieprocedure werden deze vier uitgekozen. Wat brengen ze mee naar de HU, waar hun collega’s iets van kunnen opsteken? Sanne lacht. ‘Lastige vraag. Misschien een frisse energie, een jong perspectief en nieuwe kennis?’
Anouk heeft wel een idee. ‘Mijn technische expertise op het gebied van datamodellen. Daarom ben ik aangenomen, die ontbrak nog een beetje in het team. Daarnaast ben ik pragmatisch ingesteld: ik durf buiten de lijntjes te kleuren en dingen gewoon te proberen. Soms leer je meer van iets uitproberen dan van eindeloos voorbereiden. Die hands-on mentaliteit, neem ik mee uit de start-upwereld.’
Rathee neemt de internationale blik mee. ‘Als student kwam ik naar Nederland, met twee koffers. Dat helpt me nu om studenten beter te begrijpen die hetzelfde meemaken. Ik kan bijdragen aan een levendige cultuur. Een beetje zoals een hotellobby, waar docenten en studenten elkaar spreken zonder hiërarchische afstand.’

Joris: ‘Ik heb creativiteit te bieden, dat heb je nodig als edelsmid. Ik help studenten nu naar oplossingen te kijken die niet voor de hand liggen. Constructietechnieken kun je bijvoorbeeld prima combineren met elektrotechnieken, maar je moet daar wel even op gewezen worden.’ Hij lacht. ‘Ik ben een gadgetfreak, mijn knutselhobby kan ik hier ook inzetten.’
Wat hoop je over een paar maanden bereikt te hebben?
Elke nieuwe baan is meestal wat geklungel in het begin. Nieuwe mensen, nieuwe systemen en nieuwe sociale normen. Alle vier hopen ze vooral de HU over een poos veel beter te kennen.
Anouk: ‘Ik ben nog aan het ontdekken hoe alles precies werkt binnen de HU, zoals de datastandaarden en platformen. Verder is onze product owner vertrokken en de nieuwe moet nog beginnen. Daardoor zit het team even in een tussenfase waarin rollen verschuiven. Je went net aan elkaar, en dan verandert het weer. Dat is lastig.’ Over een paar maanden hoopt Anouk genoeg vertrouwen krijgen om zelfstandig door te voeren wat nodig is.
Ook Rathee moet nog steeds leren hoe de hazen lopen. Hoewel hij ook al midden in de voorbereidingen voor de accreditatie zit, die er in januari aankomt. ‘Er is soms nog wat onduidelijkheid over de taken binnen het team. Daarom willen we die opnieuw vormgeven, zodat we financieel gezond blijven. Dat houdt ook in dat we kritisch kijken naar taken die niet bijdragen aan studentensucces.’
Sanne kampt ook nog met alle informatie die ze moet verwerken. ‘In overleggen weet de rest precies waar het over gaat, behalve ik.’ Over een paar maanden hoopt ze nog beter te weten welke richting ze op wil. ‘En ook dat ik me meer op mijn plek voel binnen het project, dat ik beter weet wie ik waarvoor kan hebben.’
Voor Joris ligt de uitdaging in het lesgeven: ‘Over een paar maanden lopen mijn colleges hopelijk wat soepeler. Ik ben nu nog soms te snel klaar en dan ben ik bevreesd in herhaling te vallen. Bovendien zie ik dat studenten wel luisteren, maar soms nog niet echt gemotiveerd zijn. Ze gaan voor het laaghangend fruit, ze zijn gemakzuchtig. Dat wil ik ook leren veranderen.’

Wat wil je veranderen aan je afdeling?
Anouk: ‘We werken nu met agile/scrum in drieweekse sprints en soms blijven we te veel vasthouden aan een concreet doel. We doen er goed aan ons alvast voor te bereiden op de volgende fase want dan kunnen we sneller opleveren. Dat wil ik graag verder ontwikkelen binnen het team.’
Ook Rathee zit vol ideeën. ‘De feedback van studenten ging via een omweg. We hebben afgesproken dat de modulecoördinator als eerste die feedback ontvangt en die samen met docenten bespreekt. Daarnaast willen we het gesprek aangaan over werkdruk. Soms gaat het niet om de hoeveelheid werk, maar om hoe mensen die ervaren. We willen begrijpen waar die gevoelens vandaan komen en hoe we daar oplossingen voor kunnen vinden.
Sanne wil meer andere PhD’ers zien. ‘We werken nu verspreid over lectoraten, maar het zou fijn zijn om af en toe samen te sparren.’ Dat laatste kan Joris beamen: ‘Een beetje feedback is altijd handig, wat uit kunnen wisselen met collega’s. Dat gebeurt hier genoeg, dus ik maak me geen zorgen.’
Vreemde eend in de bijt?
Het is goed toeven aan de HU, vinden ze alle vier. Anouk voelt zich op haar gemak. ‘Het voelt alsof ik er al een hele poos ben. We hebben een team met verschillende karakters die elkaar goed aanvullen. Daardoor botst het niet snel, word ik als volwaardig teamlid behandeld en kan zelfstandig werken. Dat is heel fijn.’
Rathee merkt dat velen hem na zes maanden goed weet te vinden. ‘Ze komen naar me toe met vragen of ideeën, en dat laat zien dat ze vertrouwen hebben in wat ik doe. Dat geeft mij een gevoel van rust en voldoening. In mijn ogen ben ik vrij snel geland binnen de organisatie, en dat voelt goed.’
Sanne voelt zich ook op haar plek, maar moet ook nog even landen. ‘En dat vind ik logisch.’ Joris voelt zich als een vis in het water bij IDE: ‘Het is kort, maar ik voel me al helemaal thuis. Men is hier open, kijkt niet op van een piercing of een tatoeage meer of minder. Ik ben op mijn plek.’


