Hans Wijers zegt in Het Parool: "Wij investeren in landen waar we nummer één kunnen worden." Natuurlijk investeert het concern in de zogenaamde emerging markets. Dat zijn de BRIC landen, Brazilië, Rusland, India en China. De filosofie die het bedrijf aanhangt valt in sommige opzichten te vergelijken met die van een Nederlandse hogeschool. Bijna allemaal hebben ze internationalisering in hun jaarplannen staan en worden er reisjes naar de landen gemaakt met de grootste populatie, China en India. AkzoNobel wil duurzaam groeien. Dat klinkt mooi. De winst wordt gemaakt in landen die likkebaardend kijken naar de westerse kwaliteit van leven. Voldoende eten en wonen. En als het aan AkzoNobel ligt dan wel met een kleurtje van Sikkens of Flexa.
Onze hogeschool hoeft perse niet een nog grotere fabriek te worden. Wel zou het leuk zijn als we bevolkt worden met meer buitenlandse studenten, dit is o.a. internationalisering. Dat is goed voor de integratie en (al is ’t een druppel op een gloeiende plaat) goed voor de wereldvrede. Maar moeten we nu echt allemaal naar Sjanghai? Kunnen we niet beter nummer één zijn in bijvoorbeeld de Chinese Randstad in de Parelrivier delta met de steden Donguan, Zhengzhou en Shenzhen (samen 26 miljoen inwoners)?