Ze werden in november op non-actief gesteld, maar de twee voormalige Inholland-bestuurders Lein Labruyère en Joke Snippe reden nog tot januari in een lease-auto van de hogeschool. Bovendien worden ze nog tot maart doorbetaald.
Een woordvoerder van Inholland bevestigt het bericht in De Telegraaf dat Labruyère en Snippe bovendien een vertrekpremie krijgen van respectievelijk 175 duizend en 155 duizend euro. Hij spreekt van een ‘minnelijke vertrekregeling zonder tussenkomst van de rechter’. Er is tot afgelopen vrijdag over onderhandeld. ‘Dit is eruit gekomen. Als de kantonrechtersformule was gehanteerd, zouden ze veel meer hebben gekregen.’
De twee bestuurders werden op non-actief gesteld na de affaire met de dubieuze diplomaroute voor ouderejaars studenten. Ook intern rommelde het binnen het bestuur en waren er geruchten over dubieus declaratiegedrag. Voorzitter Geert Dales moest al eerder vertrekken.
Onder het Telegraaf-bericht staan cynische reacties. ‘Hoezo moet er meer geld naar onderwijs?’, vraagt iemand, die concludeert dat er kennelijk nog wel genoeg geld is voor zulke vertrekregelingen. Iemand anders vraagt zich af waarom beide bestuurders nu al geld krijgen, terwijl het onderzoek van de Onderwijsinspectie naar mogelijke fraude bij Inholland nog loopt.
Als het vorige week ingediende wetsvoorstel van minister Donner wordt aangenomen mag de vertrekpremie voor onderwijsbestuurders ten hoogste 75 duizend euro bedragen.