Nieuws

Tien keer zoveel studenten in zestig jaar tijd

Hoeveel studenten telden de universiteiten eigenlijk in het jaar 1900? En hoeveel hbo’ers waren er in 1950? De antwoorden op die vragen zijn nu in één oogopslag te zien.

Op het Malieveld stonden vorige week vier à vijf keer zoveel studenten te demonstreren als er in 1900 in heel Neder land te vinden waren. In het jaar 1900 waren er maar 2800 studenten die toen alleen aan universiteiten werden opgeleid. Dat cijfer staat in een historisch overzicht van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De eerste gegevens over hbo-studenten stammen uit 1950. Toen telden de kweekscholen, sociale academies, technische scholen en economische opleidingen samen krap 32 duizend studenten – ze heetten toen nog leerlingen – tegenover bijna dertigduizend universitaire studenten.

Dat zijn er veel minder dan nu. De grens van 100 duizend studenten overschreed het hbo in 1967 en drie jaar later was het ook aan de universiteiten zover. Sindsdien is het hard gegaan. Tegenwoordig staan er meer dan vierhonderdduizend hbo-studenten ingeschreven en 233 duizend universitaire studenten: alles bij elkaar meer dan tien keer zoveel als in 1950.

Vrouwen gingen tot enkele decennia geleden nog nauwelijks naar het hoger onderwijs. Pas halverwege de jaren zeventig kwamen ze enigszins op stoom, maar het duurde nog tot 1997 (in het hbo) en 2006 (universiteiten) voordat ze in de meerderheid kwamen.

Dat laatste komt ook doordat ze sneller hun diploma halen en dus korter staan ingeschreven. Onder de eerstejaars waren vrouwen al enkele jaren eerder in de meerderheid: in het hbo al in 1992 en in het wo sinds 1998.