’t Valt me echt op. Overal om me heen. Veel gezucht, wallen onder ogen, gekreun en gepuf. Moe. “Men” is moe. Ik hoor desgevraagd verschillende redenen voor ’t moe-zijn.
M’n bureaubuurman is pas papa geworden en de nachtelijke eisen die een baby kan stellen zijn vermoeiend, zo herinner ik me nog. Druk-druk, ook een bijna-garantie voor moe worden.
Negativiteit is zeker vermoeiend. Negativiteit over Hogescholen is vermoeiend. Negativiteit over onze HU is dubbel vermoeiend.
Voorjaarsmoeheid, zegt iemand. Onzin natuurlijk, ’t is nog lang geen voorjaar, dus die moeheid hebben we nog tegoed. Zucht.
Effe buiten roken en ja hoor, ook daar is “moe” het onderwerp. Ergens in een vergadering gaat het tijdens een koffiepauzetje ook al over “moe”. Het onderwerp “moe” is wel erg actueel en besmettelijk. Vermoeiend!