Kunst met een grote en kleine K moet behalve door school van huis uit gestimuleerd worden. Ik heb ’t geluk gehad dat ik op middelbare scholen zat (ik ben een van die langstudeerders) waar veel aandacht besteed werd aan allerlei buitenschoolse activiteiten. Met Mart Smeets een basketbal toernooi georganiseerd. In een toneelstuk gestaan met Annemarie Römer, telg uit de Römer dynastie. Meegedaan met ‘Broodje cabaret met bal’, een competitie voor Amsterdamse middelbare scholieren.
De Amsterdamse cultuurwethouder vroeg de visie van twee ‘kunstschouwen’, de Brit Paul Collard en de Turk Görgün Taner met als reden dat de diversiteit niet in de kunsten wordt weerspiegeld. De kunstsector is traditioneel Hollands, terwijl zo’n zestig procent van de schoolgaande jeugd niet-Nederlandse wortels heeft.
Collard vindt het schande dat de cultuurbudgetten verlaagd worden. Hij ziet nauwelijks enig cultuuronderwijs op basischolen en het vmbo. Taner doet een oproep op internationalisering, uitwisseling, want zo leer je van elkaars culturen.
Ik vraag me eigenlijk af of wij op onze HBS zoveel extra geld hadden. Wel veel jonge, enthousiaste docenten die lesgaven en in hun vrije tijd cabaret-, toneel- of sportdingen met ons deden. Hoe komt ’t dat er op ROC’s en de HU zo weinig gebeurt, of zie ik het niet.
