Kunsthogescholen gaan zwaarder selecteren, beter samenwerken en afspraken maken met het werkveld, beloven ze in hun sectorplan. Maar er moeten nog veel knopen worden doorgehakt.
Dans- en beeldende kunstopleidingen gaan een kwart minder studenten opleiden, maakte de HBO-raad eerder deze week al bekend. Dat geldt ook voor de vormgevingsopleidingen en de theateropleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, blijkt uit het ‘sectorplan’ voor het kunstonderwijs dat vanmiddag aan de staatssecretaris werd aangeboden.
Maar lang niet alle opleidingen gaan hun studentenaantallen terugbrengen. Voor sommige disciplines (docentenopleidingen en film & tv) is zelfs ruimte voor groei, aldus het sectorplan.
‘Elke hogeschool gaat nu voor de start van het nieuwe collegejaar het eigen aanbod onder de loep nemen en het profiel aanscherpen’, zegt een woordvoerder van de HBO-raad. Volgend voorjaar moeten op basis daarvan per hogeschool prestatieafspraken worden gemaakt met de staatssecretaris. ‘Natuurlijk zal daar wel onderlinge afstemming plaatsvinden.’
Uit het sectorplan blijkt dat er op dat gebied nog veel moet gebeuren. De muziekopleidingen moeten het eens worden over de bundeling van ‘instrumentgroepen’ of hele opleidingen. Ook moeten de hogescholen nog (onderling) bepalen welke masters zij gaan afstoten of juist moeten creëren. En instellingen die een vooropleiding hebben, gaan beter afstemmen hoe ze kunstenaars in spe klaarstomen voor de opleiding.