Studentenhuisvesters gaan de komende jaren meer kamers en minder zelfstandige woonruimtes bouwen. Dat is voor hen goedkoper, maar voor studenten duurder.
De afgelopen jaren stampten de corporaties vooral zelfstandige appartementen uit de grond van minimaal 24 vierkante meter met douche en toilet. De huurprijs bedraagt ongeveer 350 euro per maand, maar dankzij de huurtoeslag betalen studenten maar 212 euro.
Wie alleen een kamer huurt en zijn keuken, douche en toilet deelt met huisgenoten heeft geen recht op zo’n tegemoetkoming. ‘Wij hebben jarenlang gestreden voor huurtoeslag voor studentenkamers, maar dat is helaas niet gelukt’, zegt Vincent Buitenhuis van het kenniscentrum studentenhuisvesting (Kences). ‘Omdat het bouwen van zelfstandige woonruimte voor ons financieel niet altijd goed heeft uitgepakt, gaan we toch weer vaker gedeelde studentenwoningen voor vier tot zes studenten bouwen.’
Studenten zijn daardoor iets duurder uit. De huurprijs van een studentenkamer bij de corporaties ligt rond de 230 euro. ‘Het blijft vreemd dat dat netto duurder is dan een zelfstandig appartement, maar we moeten dit toch maar doen’, aldus Buitenhuis. Jongerejaars vinden het bovendien fijner om met meer huisgenoten samen te wonen, weet hij.
Dat betekent niet dat er straks alleen nog maar kamers worden bijgebouwd. Daarover beslissen lokale studentenhuisvesters. Het streven is om de komende vijf jaar nieuwe woonruimte voor in totaal zestienduizend studenten te realiseren. Maar of dat aantal gehaald wordt is nog niet duidelijk. Een en ander is nog afhankelijk van afspraken met minister Donner. Het kamertekort is daarmee niet opgelost. Er zijn de komende vijf jaar naar schatting 65 duizend extra studentenwoningen nodig.