Pion op start. Ik gooi de dobbelstenen. Een drie en een twee! 1-2-3-4-5. ‘Pak een kanskaart’. Check. ‘U staat niet op de lijst van deze cursus. Ga naar het Facultair bureau onderwijs, ga niet langs start en ontvang geen studiepunten.’ Rare dromen zo aan het einde van de vakantie.
Vijfdejaars student journalistiek en nog steeds onzeker totdat mijn studiepunten veilig staan geregistreerd. Niet zonder reden. De afgelopen vier jaar is mijn naam meerdere malen in rook opgegaan, moest ik plotseling tentamens laten schieten, weken op mijn resultaten wachten en simpelweg accepteren dat ik plotseling niet meer stond ingeschreven voor een vak. Om problemen op te lossen ben ik een hoop HU-loketten gepasseerd: Het FBO, Bureau Inschrijvingen, International Office, de decaan, de examencommissie en mijn studieloopbaanbegeleider. Zoveel kastjes, zoveel muren.
Ik zeur zo uit pure jaloezie. Een jaar geleden zag het begin
van mijn studiejaar er totaal anders uit. Ik begon aan een minor televisiejournalistiek in Aarhus, Denemarken. Daar zag ik een ongekende luxe. In de bunker, zoals de school in de volksmond wordt genoemd, is een magisch kamertje aanwezig met daarin een Deense mevrouw. Een studentencoördinator. Als er iets mis was met een betaling, inschrijving, toegangspasje – noem maar op! – dan was zij er om het probleem op te lossen. Persoonlijk. Zij had overal een ‘get out of jail for free-card’ voor.
En had ze die niet, dan zocht ze die voor je. Zelfs in de zomer. Na een tijdje wist ze je naam. Als ik al een studentnummer had, dan wist ik niet eens van het bestaan af.
Nu zie ik, een week voor aanvang van het studiejaar, dat mijn HU-inschrijving nog niet is verwerkt. Komt dat wel goed? Bovendien heb ik mijn roosters nog niet. Vreemd. Ik stuur mailtjes naar het Bureau Inschrijvingen en het Facultair bureau onderwijs. Met mijn studentnummer, anders weten ze niet wie ik ben of wat ik doe. Naar wie zal ik nu worden doorgeschoven?
Beste directie, hier spreekt 1533837, mogen wij ook zo’n Deens kamertje? Mijn dobbelarm is moe.
Columns