Staatssecretaris Zijlstra gaat geen maximum stellen aan het instellingscollegegeld voor schakelprogramma’s die langer dan een half jaar duren. Dat zei hij zojuist in de Tweede Kamer.
Schakelprogramma’s zijn bedoeld voor hbo’ers die een master aan een universiteit willen volgen of voor academische bachelors die aan een masteropleiding willen beginnen die niet rechtstreeks op hun bacheloropleiding aansluit.
“Een schakelprogramma moet geen verkapte vooropleiding worden”, herhaalde de staatssecretaris in het debat over zijn strategische agenda. Voor korte schakelprogramma’s betalen studenten het lage, wettelijke collegegeldtarief. Voor langere programma’s mogen universiteiten zelf het prijskaartje bepalen.
Maar studenten zijn afhankelijk van de universiteiten, reageerde kamerlid Carola Schouten van de ChristenUnie. Zij vreest dat universiteiten te weinig geprikkeld worden om korte schakelprogramma’s aan te bieden, als ze voor langere programma’s hoge tarieven mogen rekenen. Zou de staatssecretaris misschien een maximum willen stellen aan het collegegeld voor programma’s tussen de dertig en zestig studiepunten?
Maar voor zo’n “tussenstap” voelt Zijlstra niets. Hij vindt dat universiteiten en hogescholen zelf afspraken moeten maken met de heldere grens van dertig studiepunten voor ogen. ‘Tegen mevrouw Schouten zeg ik wel: op het moment dat wij zien dat ze hun best niet doen, dan gaan wij wel aan de kar hangen.’ Schakelprogramma’s mogen geen “melkkoeien” worden.