Het laatste vrije weekend is alweer halverwege. De vakantie zit er bijna op. Maandag beginnen de lessen weer. De afgelopen week waren de introductiedagen voor propedeusestudenten. Vrijdag was de ontvangst van de buitenlandse ex-changestudenten, eigenlijk veel te weinig voor een zo grote hogeschool als de onze. Voor de lunch had het International Office twee-en-een-half uur uitgetrokken, net als vorig jaar. Veel te lang natuurlijk. Maar volgend jaar gaat men het aanpassen. Verder liep alles op rolletjes.
Met alleen zondag voor de boeg krijg ik alles wat ik in de vakantie wilde lezen niet meer uit. Alle achterstallige New Yorkers heb ik uit, er liggen nog twee Vanity Fairs. En van de Nederlandse weekbladen moet ik artikelen die ik uit Vrij Nederland en De Groene heb gescheurd ook nog lezen. Om maar niet te spreken van een rits boeken, die ik had gekocht met het idee dat ik daar juist in de vakantie tijd voor zou krijgen.
Ja, ik heb wel een aantal boeken gelezen voor m’n plezier. Ook vakliteratuur, ik kon het niet laten. Ik kijk echter nog tegen een stapeltje ongelezen boeken aan en heb er een aantal gratis op mijn computer gedownload, die geen ruimte innemen. Toch blijft mijn voorkeur echter nog even bij papieren versies. Lezen kost altijd tijd.
