Contactuur, rendement… waar hebben we het over?

Hogescholen en universiteiten mogen niet langer zelf bepalen wat ze onder contacturen of studiesucces verstaan. Er komen landelijke definities van de belangrijkste cijfers.

Hoeveel les krijgen studenten eigenlijk? Dat ligt er maar aan wat je ‘les’ noemt en welke studenten meetellen. Is een les van vijftig minuten een heel contactuur? En turven we alleen hoorcolleges en werkgroepen of telt een mentorgesprek ook mee?
 
Zulke vragen zijn er ook over het aantal docenten per student (inclusief student-assistenten?) en rendementscijfers van de opleidingen (diploma na vijf jaar of na acht jaar studeren?). Dit soort definitiekwesties maakt het moeilijk om onderwijsinstellingen te kunnen vergelijken.
 
Politici dringen al jaren aan op hardere informatie. Ook onderwijskeurmeester NVAO vindt dat het anders moet. 'Nogal wat verschillende definities deden de ronde die ruwweg dezelfde onderwerpen betroffen', zegt bestuurslid Paul Zevenbergen. 'Het zou helpen als gegevens over bijvoorbeeld contacturen en studierendement beter vergelijkbaar werden.'
 
Daarom heeft de accreditatieorganisatie nu landelijke definities vastgesteld van belangrijke kengetallen. Een contactuur duurt voortaan een heel klokuur lang. Bij NVAO-keuringen moeten de opleidingen het gemiddelde aantal contacturen per week noemen en daarbij tot hele uren optellen: twee keer een half uur les is dus slechts één contactuur.
 
Ook andere definities liggen nu vast. Hoeveel docenten er per student zijn? Dan moeten de opleidingen het aantal voltijdbanen tellen. Dus twee docenten met een halve baan wegen voor de ‘student-docentratio’ even zwaar als één voltijder. Ook freelancers tellen alleen mee voor het aantal uren dat ze lesgeven.
 
Er is nu ook een vaste definitie voor het ‘rendement’ van een opleiding. Die term gaat alleen nog over ‘herinschrijvers’: studenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw hebben ingeschreven voor dezelfde opleiding. Het rendement is dan het deel van hen dat het diploma met maximaal één jaar studievertraging behaalt.
 
Op 1 oktober worden de definities officieel van kracht. Over uiterlijk een half jaar gaat de NVAO ze evalueren.