Als de basisbeurs verdwijnt, zullen duizenden jongeren afzien van hoger onderwijs, voorspelt de LSVb. Vlak voor het Kamerdebat over het leenstelsel komen de studenten met hun eigen rekensom.
Mocht het duurder worden om een studie te volgen, dan zullen er waarschijnlijk iets minder jongeren gaan studeren. De vraag is hoeveel minder. Daar kijkt het Centraal Planbureau optimistischer tegenaan dan bijvoorbeeld de vereniging van hogescholen.
Het CPB voorspelt dat er jaarlijks zo’n 2,2 duizend studenten minder aan de start zullen verschijnen. De hogescholen vrezen dat het om zo’n vierduizend eerstejaars studenten gaat. Het verschil zit in de vraag hoeveel duurder een studie nu eigenlijk wordt. De LSVb mengt zich nu in de discussie en komt met eigen cijfers. De vakbond verwacht een veel dramatischer effect. Het aantal eerstejaars zou met zo’n 11,5 duizend dalen als ze allemaal bij hun ouders wonen. Het kunnen er zelfs 16,4 duizend worden als ze allemaal op kamers wonen.
Het verschil met het CPB is groot, alleen al omdat thuiswonenden sterk afhankelijk zijn van de ov-studentenkaart, die eveneens afgeschaft dreigt te worden. Ook dat kost studenten veel geld. Bovendien rekent de LSVb de rente mee, die een lening nog duurder maakt.
Daarnaast rekent de LSVb met langere hbo-bacheloropleidingen dan het CPB. Hbo-bacheloropleidingen duren vier jaar, maar het CPB ging uit van drie jaar. Tegen het Hoger Onderwijs Persbureau legde CPB-onderzoeker Debby Lanser uit dat het hbo-stagejaar was weggestreept, omdat dat geen echt opleidingsjaar zou zijn. Vooral studenten uit ‘sociaal zwakkere milieus’ zullen afzien van een opleiding, vermoedt de LSVb. Ook dat moeten politici meewegen bij hun beslissing. De berekening van het CPB is gebaseerd op Amerikaans onderzoek naar het effect van collegegeldverhoging. Sommige Kamerleden – met name SP’er Jasper van Dijk – vragen zich af of die uitkomsten zomaar naar de Nederlandse situatie vertaald kunnen worden.