Yolande Tump is vierdejaars student journalistiek en blogt wekelijks over haar belevenissen.
De eerste keer dat ik ooit een voet zette in een studentenhuis, was ik 17 jaar oud. De wc was behangen met posters van naakte vrouwen, de bank was kapot en zo te zien had nog nooit iemand de moeite genomen om schoon te maken. Geen wonder dus dat ik, als thuiswonende student, best wel schrok. Is dit op kamers gaan?
Op de een of andere manier had ik een heel romantisch beeld van op kamers gaan toen ik van de middelbare school af kwam. Ik zag gigantische appartementen voor me, mooie studentenhuizen waarin iedereen een eigen badkamer had en een grote slaapkamer met tweepersoonsbed. Complete onzin natuurlijk, maar ik kende niemand die op kamers ging. Al mijn vriendinnen woonden nog thuis. Logisch dus dat mijn eerste keer nogal een schok was.
Mijn droombeeld van op kamers gaan, is inmiddels wel bijgesteld. Ik weet nu dat je hoge bedragen betaalt voor een kleine kamer, bijna altijd de badkamer moet delen en vaak niet de ruimte hebt voor een tweepersoonsbed. Door de jaren heen ben ik ook vaker bij medestudenten over de vloer geweest. De schrik van de eerste keer heb ik nooit meer meegemaakt. Sterker nog, ik begon er gewend aan te raken.
Laatst zette ik namelijk opnieuw voet in een typisch studentenhuis. Iedereen liep door elkaar heen om hun eigen avondeten te maken, op de koelkast waren hele conversaties te lezen en aan de eettafel stonden stoelen van verschillende merken en jaren. Van barkruk tot kleine bank. Dit keer schrok ik niet van het huis. Ik vond het eigenlijk best gezellig. Het had wel iets. De kleine kamertjes, de plagerige opmerkingen naar elkaar en het wonen met tien andere studenten in een huis. Misschien moet ik ook maar op kamers gaan als ik ga doorstuderen. Maar dan niet in een huis met posters van naakte vrouwen op de wc. Dat gaat me net iets te ver.