Bijna 300 kinderen uit Utrecht krijgen hun maaltijden via de voedselbank, terwijl zo’n 500 huishoudens gebruik maken van deze voorziening. Dat blijkt uit onderzoek van het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening van Lia van Doorn.
Samen met docent Mayke Kromhout deed zij onderzoek naar de gebruikers van de acht voedselbanken in Utrecht. De onderzoekers schrokken van het hoge aantal kinderen dat voor hun dagelijkse kostje van voedselbanken afhankelijk is, zo meldt een persbericht van de hogeschool. Het onderzoek wordt vandaag – op Wereldarmoededag – gepresenteerd op het stadhuis in Utrecht.
Nieuwe klanten
De voedselbanken trekken in toenemende mate nieuwe klanten, onder wie de zogeheten ‘nieuwe armen’ zoals zzp’ers en mensen met een hoge hypotheek. Er wordt onderscheid gemaakt in twee typen gebruikers. Ten eerste is daar de groep die zich ervoor schaamt en iets voor de gift terug wil doen. Dat leidt bij de medewerkers van de voedselbanken tot bezwaren omdat de rollen van gevers en ontvangers door elkaar gaan lopen. Het gevolg is dat er minder gebruik wordt gemaakt van de voorziening.
Een tweede groep vindt de voedselpakketten onderdeel uitmaken van de sociale voorzieningen. Zij denken ten onrechte dat de pakketten door de overheid worden uitgedeeld en zien ze als een recht. Zij klagen nogal eens over de inhoud en de kwaliteit. Terugkerende opmerkingen zijn: het is te weinig, altijd hetzelfde, de producten zijn niet vers of ze zijn over de datum.
Voor het onderzoek interviewden docenten van social work 50 klanten van Utrechtse voedselbanken. Studenten van de opleiding journalistiek maakten filmportretten.