Columns

Invloed roken op onderwijs

Moeten we maar ophouden om te discussiëren over wel of niet roken op het werk? Er is al zoveel over gezegd en geschreven. Net zoals fervente internet gebruikers het succes van internet overschatten en de impact van televisie onderschatten (andersom precies hetzelfde), hebben ook rokers en niet-rokers een andere beleving van hoeveel werktijd ‘in rook opgaat’. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek neemt het aantal rokers langzaam af, nu nog 27,5% van de bevolking.

De kranten van Wegener en HDC deden een online-onderzoek onder 2300 lezers, waar 30% rokers op reageerde. Van hen haalt 65% de verloren tijd niet in, de rest wel of soms. Ik had een zeer sociale collega, die alle tijd nam voor het beantwoorden van vragen. Maar als de studenten geen vragen meer hadden, konden ze gewoon doorwerken, terwijl hij een zelfgedraaide sigaret buiten ging roken en een kleine tien minuten later weer de klas instapte.

Andere verslaafde collega’s zeggen tussen de lessen door altijd mobiel bereikbaar te zijn. En als men wil praten, kan dat toch ook buiten. Men moet dan wel een jas aantrekken, eventueel een paraplu meenemen, de stank en peuken op de grond voor lief nemen. Als je dat als leiding niet wil, waar stopt dan de beteugeling: koffiepauze, vette snacks, alcoholgebruik?