Op ‘Uitzending gemist’ een leuke documentaire gezien van Leo Blokhuis over het ontstaan van de disco. Volgende maand is hij weer regelmatig te zien met Matthijs van Nieuwkerk met een quiz en videoclips van de Top-2000. Blokhuis wordt dan de bovenmeester genoemd die geschiedenisles geeft. In de documentaire wordt de disco in een hokje van de Phillysound geduwd, die in de jaren zeventig in Philadelphia startte met nummers van het schrijversduo Gamble en Huff.
Maar in de tweede helft van de jaren zestig draaiden de dj’s al dansmuziek die uit Detroit kwam (Motown) of uit Memphis (Stax) en later uit Miami. Maar volgens Blokhuis kan dansmuziek pas disco genoemd worden als het principe ‘four-on-the-floor’ wordt gehanteerd door de drummer. Dat is een constant ritme, zonder onderbreking, van de basedrum. Anderen vinden dat dansmuziek in discotheken disco is en weer anderen zeggen dat de film Saturdaynight Fever het begin is geweest van de discorage.
Het is het zoeken naar hokjes, die we graag gebruiken om te rubriceren en te classificeren. Maar is het belangrijk? Was de eerste hit van Madonna geen discohit dan, of de muziek van Rob Thicke, Usher, Rihanna, Bruno Mars of Daft Punk? Maken Afro Jack en Armin van Buren dancemusic of discomusic?