Reint Jan Renes is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt op deze plek maandelijks over zijn vakgebied.
Een groot deel van ons mobiliteitsgedrag is geheel of gedeeltelijk automatisch. Wanneer we ‘s morgens de auto starten, dan drukken we uit gewoonte de koppeling in, schakelen we automatisch van één naar twee en geven we zonder nadenken gas. We doen dit meestal onbewust. Automatisch gedrag kan zich op verschillende niveaus van bewustzijn afspelen, variërend van volledig onbewuste reflexen zoals onze neiging om te remmen wanneer we een donkere tunnel binnenrijden, tot halfautomatische gewoonten, zoals het inchecken met je ov-chipkaart voordat je de trein instapt.
Dankzij herkenbare, vertrouwde signalen uit de omgeving handelen we vaak zonder nadenken. Echter, niet altijd adequaat. Wie vergeet er wel eens uit te checken met zijn ov-chipkaart? Inderdaad, bijna iedereen. Dat heeft niets met gebrekkige motivatie te maken. In de architectuur van het chipkaartsysteem zit iets wat ons niet past. En als we uitchecken al lastig vinden, wat mag je dan verwachten wanneer je haastige treinreizigers vraagt op tussenstations via tegennatuurlijke in- en uitcheckhandelingen over te stappen van de ene vervoersmaatschappij naar de andere?
Dat kleine vormgevingsingrepen verstrekkende gevolgen kunnen hebben, blijkt uit de nieuwe verkeersborden op onze snelwegen. Op de oude borden stonden ‘rechtdoor’ pijlen die naar beneden wezen en ervoor zorgden dat autorijders iets afremden. De nieuwe borden, met pijlen omhoog, zorgen voor een betere doorstroming en daardoor voor mindere files.
Wil je dus dat mensen het goede doen, creëer dan een context waarin dat het gemakkelijkste is.