Ga experimenteren met tegoedbonnen voor deeltijdonderwijs, staat in een langverwacht advies aan minister Bussemaker. De hogescholen vinden het een slecht idee, maar particuliere onderwijsinstellingen zijn blij.
Steeds minder mensen beginnen aan een deeltijdopleiding, terwijl de economie juist baat heeft bij een hoger opgeleide bevolking. Daarom moet er linksom of rechtsom iets gebeuren, zegt Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de commissie die het advies schreef. 'Het is erger dan ik dacht. Ik ben echt geschrokken van de cijfers.'
Flexibeler
Vanmiddag zal Rinnooy Kan het rapport aan Bussemaker overhandigen. Zijn commissie geeft allerlei adviezen om het deeltijdonderwijs flexibeler en aantrekkelijker te maken. Laat deeltijdstudenten bijvoorbeeld hun studiepunten meenemen van de ene naar de andere opleiding, als ze willen overstappen. Geef hogescholen bovendien meer vrijheid in lesmethoden en vrijstellingen: het maakt niet uit hoe studenten hun vaardigheden opdoen, zolang ze hun diploma maar waard zijn.
Maar het meest omstreden advies gaat over de financiering van deeltijdopleidingen. Het kabinet zou moeten experimenteren met vouchers, vindt de commissie: een soort tegoedbonnen die mensen kunnen inzetten als ze naast hun baan een opleiding in het hoger onderwijs willen volgen. De normale overheidsbekostiging van het deeltijdonderwijs verdwijnt dan. Studenten brengen dan niet alleen het collegegeld mee, maar ook de bekostiging door de overheid.
'Slecht idee'
'Dit is een slecht idee', reageert voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen. 'De commissie constateert zelf dat er geen onderzoeken zijn die aantonen dat hiermee het aantal studenten stijgt. Bovendien ontstaat het risico dat er slechts een beperkt aantal deeltijdopleidingen overeind blijft, namelijk alleen die opleidingen die commercieel aantrekkelijk zijn. Dat is een slechte zaak.'
Maar de particuliere onderwijsaanbieders zijn juist blij met het advies, zegt Ria van ’t Klooster van koepelorganisatie NRTO. 'Het gaat ons alleen niet snel genoeg. Van ons mag het meteen voor het hele deeltijdonderwijs worden ingevoerd.' Deeltijdstudenten zullen hun vouchers ook bij goedgekeurde particuliere opleidingen mogen inwisselen.
Associate degree
Aan het experiment dat Rinnooy Kan nu adviseert, gaan alleen hbo-bacheloropleidingen en associate degree-opleidingen meedoen. Universitaire deeltijdopleidingen vallen er voorlopig buiten: daar zijn er te weinig van, vindt de commissie.
Voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU zat samen met Rinnooy Kan in de commissie. De VSNU reageert dan ook kalm op het rapport en beschouwt het vooral als een 'belangrijke wake up call'. Stoppen met het huidige deeltijdonderwijs is onontkoombaar, aldus een persbericht.
Certificaat
De universiteiten gaan hun eigen toekomstvisie schrijven. Ze willen de huidige masteropleidingen en schakelprogramma’s flexibeler maken en korte afzonderlijke onderwijsmodules aanbieden die samen tot een ‘certificaat’ kunnen leiden.
Studentenbond LSVb is negatief. De vouchers doen het deeltijdonderwijs de das om, zegt voorzitter Jorien Janssen. 'Opleidingen die niet aansluiten bij de wensen van de overheid worden straks onbetaalbaar. Dat is een enorme beperking in de keuzevrijheid van studenten.' Via de vouchers kan de overheid immers bepalen welke opleidingen zij wel en niet wil financieren.
Examencommissie
Haar collega Ruud Nauts van het Interstedelijk Studenten Overleg wijst op een ander probleem in het advies. Hoe weet je zeker dat een verzameling studiepunten tot een diploma zal leiden? 'Normaal gesproken volgt een student een heel curriculum en weet hij wanneer hij een diploma krijgt. Straks kan hij zelf een studie samenstellen uit verschillende delen van andere studies, maar dat klinkt eenvoudiger dan het is.' Hij vreest dat examencommissies die samengeraapte punten zien en zeggen: dit is nog geen diploma waard. En wat doe je dan, als je vouchers op zijn?
Het idee van vouchers (‘vraagfinanciering’) lijkt op het oude plan van de leerrechten, die premier Mark Rutte aan studenten wilde geven toen hij staatssecretaris van Hoger Onderwijs was. Studenten zouden ‘met de voeten’ kunnen stemmen over hun opleiding. Ze konden de financiering van hun onderwijs meenemen als ze naar een andere onderwijsinstelling overstapten. Dat plan verdween op het laatste moment in de prullenmand, toen er een nieuwe regering aantrad en PvdA-minister Ronald Plasterk het hoger onderwijs onder zijn hoede kreeg.