Wat hebben we het toch goed. En met we bedoel ik jij (ik tutoyeer maar) en ik. Als je reportages of documentaires ziet over mensen die geen cent op de bank hebben en elke dag moeite hebben om voldoende voedsel bij elkaar te schrapen, dan mogen wij van geluk spreken, dat we aan de goede kant staan. Je hebt vast een computer, een mobieltje (hoogstwaarschijnlijk een smartphone) en nog een draagbaar communicatie-apparaat (een notebook, laptop of iPad). Je kan deze blog natuurlijk op een openbare computer lezen, maar ik denk dat ik niet ver afzit van je elektronicabezit.
Een halve eeuw geleden waren er nog maar een paar duizend mensen die naar een zwart-wittelevisie konden kijken. Foto’s werden met een vierkant boxje gemaakt waar je een filmrolletje in kon doen om er acht of twaalf afdrukjes mee te maken. Je hield het boxje voor je buik en keek naar beneden door een lensje dat je afschermde met je hand, omdat je anders niets zag.
Afgelopen zaterdag stond ik ruim twee uur in een lange rij voor een tentoonstelling van Kandinsky in Milaan. En ik dacht aan een afstudeerproject fotografie om lange rijen te fotograferen van mensen wachtend voor de vele voedselbanken en musea in de wereld. Let dan op de verschillen.