Er wordt met twee maten gemeten, vinden collegevoorzitters van hogescholen. Als er in het hbo 26 opleidingen waren afgekeurd, was het land te klein geweest. Universiteiten gaan volgens hen te snel over tot de orde van de dag.
Maar liefst 26 opleidingen in de geesteswetenschappen zijn niet goed genoeg, maakte onderwijskeurmeester NVAO gisteren bekend. Het zijn harde cijfers: één op de drie opleidingen geschiedenis – bachelor én master – kreeg een onvoldoende. Hetzelfde geldt voor één op de vier mediastudies en één op de zes opleidingen kunst & cultuur. Ze hebben één of twee jaar de tijd om orde op zaken te stellen.
Scripties blijken lang niet altijd van voldoende academisch niveau, zag de NVAO. Studenten die eigenlijk een onvoldoende hadden moeten krijgen kwamen met een zesje weg. Universiteiten reageren kalm. Ze voeren al verbeteringen door, en daarmee lijkt de kous af. Zelfs de studentenbonden reageren afwachtend.
‘Als er iets bij universiteiten aan de hand is neemt men dat vaak voor kennisgeving aan’, reageert Paul Rüpp, collegevoorzitter van Avans Hogeschool. ‘Ik begrijp het ook wel. De meeste Kamerleden, zeker in de Eerste Kamer, komen van de universiteit. Je spuugt niet snel in de voederbak waaruit je gegeten hebt.'
Rüpp noemt als voorbeeld de declaraties van bestuurders van de TU Delft. Die werden in 2012 op de vingers getikt door de onderwijsinspectie: het beheer van onkostenvergoedingen moest verbeteren, net als het inkoopbeleid en het vastgoedbeheer. ‘Als dat bij een hogeschool was gebeurd, was de wereld te klein geweest.’
Opvallend
‘Opvallend, die mildheid’, vindt ook de collegevoorzitter van de Hanzehogeschool Groningen, Henk Pijlman. Universiteiten verkondigen in hun reactie ‘totale onzin’, schrijft hij op Twitter. Telefonisch wil hij dat statement niet toelichten, maar volgens zijn woordvoerder vindt Pijlman ‘het opvallend dat dit heel anders wordt benaderd dan destijds de hbo-affaire’.
Totale onzin of niet, universiteiten doen hun best de boel zo veel mogelijk te sussen. Er zijn ook heel veel opleidingen in de geesteswetenschappen goed beoordeeld, haasten de decanen van letterenfaculteiten te zeggen. Bovendien wisten de commissies die de opleidingen beoordelen soms niet genoeg van het wetenschappelijk veld, aldus de decanen in een gezamenlijk statement. ‘Van de zijde van de opleidingen is er meer behoefte aan inhoudelijke discussies met directe vakgenoten.’
Waarschijnlijk voelde de NVAO die kritiek gisterochtend al aankomen: ‘Het lag niet aan de deskundigen die de opleidingen moesten doorlichten’, onderstreepte voorzitter Anne Flierman toen. ‘De rapporten van de beoordelingscommissies waren goed. De commissies hebben het omvangrijke cluster met precisie en met gevoel voor de eigenheid van de opleidingen beoordeeld.’ Universiteiten hebben bovendien zelf de commissieleden voorgedragen.
Maar veel decanen wilden daar nog wel iets aan toevoegen: de onderwijskeurmeester stelt veel te hoge eisen, klaagde de Vrije Universiteit tegen universiteitsblad Advalvas, het is niet eerlijk dat de commissies alleen maar scripties met een zes hebben opgevraagd, vond de Universiteit Groningen. ‘Wat niemand zegt is dat 87 procent van de opleidingen aan de eisen voldoet’, aldus de letterdecaan van de Radboud Universiteit op de website van Vox.
Doekle Terpstra, collegevoorzitter van InHolland denk er het zijne van. ‘Ik wil niet in de sfeer van het jij-bakken terechtkomen’, zegt hij desgevraagd, ‘maar bij de geesteswetenschappen kreeg dertien procent van de opleidingen een onvoldoende. Bij Inholland ging het om vier van de 92 opleidingen.’ Terpstra heeft de afgelopen jaren orde op zaken gesteld op die hogeschool, waar een opleiding gesjoemeld had met dubieuze afstudeerroutes. Een affaire die zich moeilijk laat vergelijken met wat er nu speelt binnen de geesteswetenschappen, maar toch: ‘De universiteiten zeggen nu: eigenlijk zijn onze opleidingen op orde, we hebben maar op één punt een onvoldoende, namelijk de scriptie. Maar dat was bij ons ook zo. Wij werden ook alleen afgekeurd op de hbo-waardigheid van het diploma.’
Toen eenmaal bekend werd dat vier Inholland-opleidingen de hbo-waardigheid van afstudeerwerken niet konden garanderen, moesten de opleidingen volgens Terpstra ‘hemel een aarde bewegen’ voor reparatietrajecten en masterclasses. ‘We gingen mensen individueel benaderen, de Tweede Kamer zette er druk op. De universiteiten lijken vooral over te gaan tot de orde van de dag.’
Toen iets later (in 2011) het eindniveau van de opleiding journalistiek van Windesheim niet in orde bleek – vergelijkbaar met wat er nu speelt binnen de geesteswetenschappen – besloot de hogeschool om alle tweehonderd diploma’s die in de twee jaar daarvoor waren uitgereikt opnieuw onder de loep te nemen. Iedereen die eigenlijk een onvoldoende had moeten krijgen, mocht een hersteltraject volgen. Collegevoorzitter Albert Cornelissen was geschrokken van de beoordeling, liet hij toen weten en wilde garanderen dat afgestudeerden met voldoende bagage de arbeidsmarkt op gingen.
Collegevoorzitter Rüpp (Avans) vindt dat ook alle ondermaatse universitaire opleidingen studenten de mogelijkheid moeten bieden om bijspijkercursussen te volgen. Al denkt hij dat er ‘buitengewoon weinig’ van dat aanbod gebruik zal worden gemaakt.
26 afgekeurd
De 26 afgekeurde opleidingen maken hoe dan ook geen aanstalten om reparatietrajecten aan te bieden. ‘Ik zou wel eens willen weten waarom je dat vraagt’, reageert een woordvoerder van de Universiteit Maastricht, waar zes van de zeven opleidingen een gele kaart kregen. ‘Dit heeft geen enkel gevolg voor de individuele student. Dit is een suggestie die er niet is, op deze manier maken we studenten onterecht ongerust.’
Volgens de universiteit is er slechts een klein probleem aan de orde gekomen tijdens de keuring, dat weinig zegt over de kwaliteit van de gehele opleiding. ‘Dit is een discussie over een punt verschil voor eindscripties.’ Een punt dat het verschil maakt tussen wel of geen diploma, dan toch? ‘Jawel, maar er is enorm veel literatuur over hoe moeilijk het is om werkstukken te beoordelen. Dat is eigenlijk heel subjectief’, aldus de woordvoerder.
Ook studentenorganisaties ISO en LSVb staan nog niet op de barricaden. Inholland-voorzitter Terpstra: ‘Ik begrijp dat niet. Het is in het belang van de studenten om dezelfde beoordelingswijze te hanteren voor hogescholen en universiteiten. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het hele stelsel doet zichzelf tekort als we in vergelijkbare gevallen anders reageren. We moeten voorkomen dat we met twee maten meten.’