Achtergrond

‘Meer aandacht nodig voor communicatie’

Hij was zeven jaar voorzitter van de Hogeschoolraad (HSR) en stopt er in september mee. René Versteegh over de successen van de medezeggenschapsraad, de lage opkomst bij verkiezingen en de onrust onder medewerkers door de stapeling van maatregelen.

‘Alleen als ik voorzitter word’, grapte hij destijds toen hij werd gepolst om zitting nemen in de Hogeschoolraad. Hij had er immers zes jaar als voorzitter bij de raad van de faculteit Gezondheidszorg op zitten. Een voorwaarde met een knipoog want als lid van de pas opgerichte fractie HU+ maakte hij weinig kans. Het was immers de fractie AbvaKabo die de medezeggenschapsraad sinds jaar en dag qua zetelaantal domineerde en logischerwijze de voorzitter leverde. Maar onverwachts behaalde de nog jonge en minder radicale HU+ de meeste zetels waarna hij daadwerkelijk de voorzittershamer in handen kreeg.

‘De raad was bij mijn aantreden aan een onderhoudsbeurt toe’, zegt hij terugblikkend op zijn kamer op de eerste verdieping van het bestuursgebouw op Oudenoord 330. De raad functioneerde goed maar het was povertjes gesteld met het netwerk binnen en buiten de hogeschool. ‘Het is een misverstand om te denken dat medezeggenschap zich alleen tussen het college en de Hogeschoolraad afspeelt’, doceert hij. Dus haalde hij de contacten aan met faculteits- en stafdienstdirecteuren, voorzitters van faculteitsraden, ambassadeurs van opleidingscommissies, studentorganisaties ISO en LSVb en studentenverenigingen. Ook blies hij naar eigen zeggen de slapende Vereniging Medezeggenschap Hogescholen (VMH) nieuw leven in om het overleg met collegaraden aan te gaan.

Waarmee heeft de Hogeschoolraad een groot succes geboekt?
‘Ik geef dadelijk enkele voorbeelden. Maar ik vind: bij medezeggenschap draait het niet om successen. Het is geen spel met winnaars en verliezers. Het gaat om het bereiken van een resultaat waar zowel het bestuur, de medewerkers en studenten beter van worden. In het begin van mijn termijn werden veel meer voorstellen van het college van bestuur door de raad verworpen dan gaandeweg de rit. We kwamen er achter dat we bij het tegen stemmen steeds weer terug bij af waren en het hele traject weer over moesten doen. Die tijd kun je beter gebruiken door te proberen het inhoudelijk eens te worden door te analyseren, overleggen, tegenvoorstellen doen en geven en nemen.’

Nu een voorbeeld graag.
‘Een klein succesje waar ik veel persoonlijke reacties op heb gekregen, is de zogeheten cafetariaregeling. Die houdt in dat medewerkers de reiskostenvergoeding voortaan zodanig bij de belasting konden opvoeren dat die niet belast wordt. Daar heb ik zelfs van iemand een fles wijn voor gekregen.
Een groter item zijn de huisvestingsplannen. We hebben vaak vergaderd – ook in de avonduren – over de komende verbouwingen en nieuwbouw in De Uithof. We kwamen tot een lijst van 36 risicofactoren. Die zijn allemaal besproken en worden in de gaten gehouden. Dan gaat het om concrete zaken als de instelling van een klachtenmeldpunt tot en met de afspraak dat ontstane problemen snel worden opgelost.’

De interesse van studenten om te stemmen voor de medezeggenschapsraden wordt de laatste jaren steeds kleiner, tot een dramatisch lage opkomst dit jaar van nog geen twee procent. Zou dat kunnen liggen aan de weinig zichtbare manier van opereren van de HSR. Veel besloten vergaderingen en weinig discussie in het openbaar. Zeg maar: achterkamertjespolitiek.
‘Dat herken ik wel, maar ik denk dat het slechts een deel van het verhaal is. Aan de andere kant stellen we werkgroepen in, bijvoorbeeld voor het Onderwijs- en Examenreglement en Leven Lang Leren, waar iedereen zitting in kan nemen. Het gebeurt te weinig dat mensen van buiten de medezeggenschap zich hiervoor inzetten. In de werkgroep Huisvesting zaten in het begin veertig mensen, maar de animo was van korte duur en de meesten haakten snel af.

Het is niet zo dat er geen discussie in de raden plaatsvindt. Er zijn vaak meerdere plenaire debatten waarbij studenten en medewerkers aanwezig kunnen zijn en zij kunnen input geven via de faculteitsraden.’

Bij een groot deel van het personeel ontstaat onrust over de stapeling van maatregelen. Bezuinigingen bij het ondersteunend personeel, verplicht een mastertitel halen bij de docenten en grootscheepse huisvestingsplannen. Lopen het college en de HSR niet te hard van stapel waardoor medewerkers het niet meer bij kunnen benen?
Het is even stil. ‘Het gaat niet te hard, maar deze stappen zijn onontkoombaar. Deze zaken hangen allemaal met elkaar samen. Kwaliteitsverbetering, bezuinigingen, huisvesting en personeelsbeleid hebben allemaal met elkaar te maken. Mijn kritiek is wel dat de informatieverschaffing en ondersteuning van medewerkers hierbij in gebreke blijft. Er is meer aandacht nodig voor de communicatie. Niet alleen een bericht op Sharepoint plaatsen maar goed uitleggen waarom maatregelen worden genomen. En mensen erbij betrekken. Dat moeten het college en management meer ter hand nemen.’

René Versteegh wordt komend studiejaar teamleider van de afdeling Studentzaken en gaat leiding geven aan onder meer de decanen en studentpsychologen. Hij neemt woensdag 2 juli afscheid als voorzitter van de Hogeschoolraad tijdens een receptie van 16.00 tot 18.00 uur op Oudenoord 330.