Het is wat kort door de bocht, maar het streven in ons land in de jaren zestig van de vorig eeuw naar meer gelijkheid en om doorstuderen voor iedereen mogelijk te maken, lijkt niet te zijn gelukt. De doorzettende babyboomers hebben geluk gehad. Ze bereiken de pensioengerechtigde leeftijd, mogen genieten van hun AOW en hopeljk ook nog van gespaard pensioen. Ondanks dat dit bij sommigen wat gekort is, kunnen de meesten er best van rondkomen.
Door dat streven naar naar beter onderwijs, is verhoudingsgewijs veel aandacht besteed aan algemene vorming en zijn de ambachtscholen, de latere technische scholen, in het verdomhoekje geraakt. Daardoor is er nu gebrek aan goede vaklui.
Studeren is steeds kostbaarder geworden. Geen student kan zijn of haar studie bekostigen zonder bijbaantje, of (rijke) ouders moeten hen bijstaan.
In 2015 verdwijnt voor studenten de basisbeurs. In plaats daarvan komt er een sociaal leenstelsel. Uit een CPB-onderzoek blijkt dat ten gevolge van die voorschotten in plaats van een beurs, in het hoger onderwijs 10.700 mensen per jaar minder gaan studeren. Men noemt het ‘investeren in jezelf’.
Maar de kloof tussen een kleine rijke elite, die zichzelf in stand houdt, en de rest wordt alsmaar groter in plaats van dat men wat dichter bij elkaar komt.
