Nieuws

Bussemaker niet bezorgd over selectie

Mannen, allochtonen en mbo’ers kiezen minder vaak voor een selectieve studie. Onderwijsminister Jet Bussemaker houdt het in de gaten, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Maar ze past de regels niet aan. 

Haar eigen PvdA vroeg minister Bussemaker wat ze ervan vindt dat 'selectie aan de poort allochtonen dupeert'. Dat zou blijken uit een rapport van de Onderwijsinspectie dat begin december uitkwam.

Maar de minister ligt er niet wakker van. 'De verschillen in de instroom zijn te klein zijn om conclusies te trekken', schrijft ze aan de Kamer. Verder voert ze aan dat er volgens de inspectie al meer allochtonen en studenten uit een laag sociaal-economisch milieu naar het hoger onderwijs gaan dan vroeger.

Zesjesstudenten
De PvdA is niet de enige die zich zorgen maakt: de studenten van het ISO stuurden een brandbrief over ‘zesjesstudenten’ die niet worden toegelaten tot sommige masteropleidingen en D66 vroeg de minister om uitleg over de toenemende selectiedrift in het hoger onderwijs.

Bussemaker houdt het allemaal goed in de gaten, drukt ze iedereen op het hart. Ze gaat 'de signalen bespreken' met het ISO. 'Het stelsel blijft er op ingericht dat studenten in het wo als regel, al dan niet na een periode op de arbeidsmarkt, doorstromen naar een masteropleiding', gaat ze verder.

Etniciteit
De oplossing ligt volgens Bussemaker in goede voorlichting over selectieprocedures en meer samenwerking. Hogescholen en universiteiten moeten meer contact zoeken met middelbare scholen en roc’s, bijvoorbeeld door scholieren uit te nodigen voor kennismakingsdagen of docenten voor 'professionaliseringstrajecten'.
 

Ze herhaalt min of meer wat de Onderwijsinspectie twee weken geleden zei over selectieve opleidingen. 'We moeten voorkomen dat jongeren met een laag inkomen of van een bepaalde etniciteit gaan denken: ik moet voor die opleiding door zoveel hoepels springen, laat ik er maar niet aan beginnen', aldus directeur Erik Martijnse. 'Opleidingen moeten daarom heel goed uitleggen wat de opleiding en de selectie inhouden, zodat studenten niet op verkeerde gronden keuzes maken.'