Dertig procenten van de docenten geeft les op de universiteit zonder didactische training te hebben gevolgd. Stel die training verplicht, maant het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
Door Irene Schoenmacker (HOP)
In 2008 spraken universiteiten af dat zoveel mogelijk docenten een didactische training moesten krijgen: de basiskwalificatie onderwijs (bko). Maar uit een inventarisatie van ISO blijkt dat drie op de tien universitaire docenten nog steeds zonder papiertje lesgeven.
‘Een student moet ervan op aan kunnen dat de docent voor de klas gekwalificeerd is’, zegt ISO-voorzitter Jan Sinnige in een persbericht. ‘Om les te geven op de basisschool is vier jaar scholing vereist, terwijl universitaire docenten zomaar voor de klas mogen staan.’
Ontevreden
In 2013 maakte de vereniging van universiteiten (VSNU) een zelfde soort inventarisatie. Het aandeel docenten met een bko is sindsdien spectaculair gegroeid, maar volgens het ISO nog niet genoeg. Er kan vooral nog winst worden geboekt bij promovendi en student-assistenten.
Ook de promovendi zelf vinden dat ze beter kunnen worden voorbereid op hun lestaak. De helft is ontevreden over de begeleiding die ze krijgen bij het lesgeven en slechts elf procent doorloopt (delen van) het bko-traject, bleek een half jaar geleden uit een onderzoek van onder andere het ISO. Toch zouden promovendi best willen: ruim negentig procent vindt dat het mogelijk zou moeten zijn om deze startkwalificatie te halen.
Tabel: Interstedelijk Studenten Overleg (2016)