Collegevoorzitter Marjan Oudeman van de Universiteit Utrecht stapt halverwege 2017 op. Een van haar overwegingen is alle ophef over declaraties en nevenfuncties.
Sinds haar komst naar Utrecht vier jaar geleden liggen bestuurders in publieke functies steeds meer onder een vergrootglas, zegt Oudeman tegen het digitale universiteitsblad DUB. ‘Dat is een fact of life, maar ik betreur het dat daarbij vaak geen ruimte is voor nuance en een eenzijdig beeld snel is neergezet.’
Oudeman komt uit het bedrijfsleven en heeft verschillende commissariaten (toezichthoudende functies bij bedrijven). ‘Door mijn achtergrond in het bedrijfsleven kan ik een uitstekende bijdrage leveren op het grensvlak van universiteit en omgeving’, zegt ze.
Zo dacht ook de raad van toezicht erover. Die had haar juist binnengehaald vanwege haar grote netwerk in het bedrijfsleven. Toch wilden de toezichthouders begin dit jaar de regels verhelderen.
Ook haar salaris en declaraties bleven onderwerp van gesprek. Vorig jaar stortte Oudeman een deel van haar salaris terug omdat ze haar dienstauto voor privéritten had gebruikt: ze was ermee naar een bedrijf gereden waar ze een commissariaat heeft.
In haar bestuursperiode werkte ze onder meer aan de oprichting van het Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium waarin Utrecht samenwerkte met de universiteiten van Eindhoven en Groningen, het ministerie van Economische Zaken en grote bedrijven als Akzo Nobel, BASF en Shell.
