Voorheen zat in Padualaan 99 een bruine kroeg met personeel van Sodexo. Inmiddels is dat veranderd in een strak studentencafé waar studenten op vrijwillige basis achter de bar staan. Ook op Heidelberglaan 7 zit een café, het 7de, waar studenten de biertjes tappen: En uiteindelijk moet ook café Stefs plaatsmaken voor een nieuw concept in de nieuwbouw.
Hoe dan? En waarom? Freelance-journalist en student Journalistiek Bas Koppe maakte een rondgang langs betrokken partijen.
Een ochtend in Het Proeflokaal, op Padualaan 99
Het is nog rustig in het science café. De eerste shift van twee uur is begonnen en Aike Pieper staat achter de bar. Naast barman is hij ook de PR-man van het stichtingsbestuur. ‘Het voordeel van dit café is dat de studenten er meer feeling mee hebben. Het is iets waar ze zelf aan bij kunnen dragen.’ Daarnaast zijn de prijzen ‘zo laag mogelijk’: 1,35 of 1,55 euro voor een biertje, 2 euro voor een speciaalbier. Pieper: ‘De brouwer hanteert die prijzen als een soort bodemprijs, daar mogen wij niet onder gaan zitten.’ En, misschien nog belangrijker dan de prijzen: ‘Mensen krijgen de mogelijkheid om ervaring op te doen achter de bar, in een ontspannen omgeving.’
Ook Aukje Timmer, contractmanager Horeca & Catering van de HU, ziet voordelen in de science cafés waar studenten de dagelijkse gang van zaken regelen. ‘Het is een geweldige leerschool. Ze runnen in feite een bedrijf. Want ze staan niet alleen achter de bar, ze verzorgen ook lunches.’
Ook in het voortraject waren de studenten actief. ‘Ze schreven zelf het businessplan. Daar waren ze heel proactief in, alleen bij kleine dingen hadden ze soms sturing nodig. Ze schreven dan op wat ze wilden doen, maar niet precies hoe ze dat voor elkaar wilden krijgen.’
Daarnaast zorgen de science cafés voor verbinding. ‘De plek is bedoeld als een ontmoetingsplek voor studenten en medewerkers. Het is ook niet nieuw dat studenten een café runnen. Het verschil is dat ze nu zichtbaarder zijn en een doel hebben’, meent Timmer. Bovendien leiden de café’s tot nieuwe ontmoetingen. ‘De verenigingen die in de stichting zitten, zijn heel goed gaan samenwerken. Voorheen waren dat allemaal losse verenigingen,’ aldus Timmer. ‘In de nieuwbouw aan de Heidelberglaan komt er ook een internationale vereniging bij. Dus dat is goed voor de integratie van de internationale studenten.’
Nadeel van de constructie: soms is het lastig om het barrooster vol te krijgen. Dat geeft Pieper ook toe. ‘We werken met vrijwilligers. Daar kun je niet tegen zeggen dat ze achter de bar moeten staan. In een café met professionals achter de bar, is dat toch anders.’
Als stichting zonder winstoogmerk kan het ook geen vrijwilligersvergoeding geven aan de barmedewerkers. ‘Vorig jaar hebben we wel twee iPads mogen weggeven aan de mensen die het meest achter de bar stonden.’
Bij Stefs, met Angelique en Brigitte
Over naar Stefs, het café dat aan de Bolognalaan 101 nog altijd wordt gerund door personeel van Sodexo. Vooral het verdwijnen van dit vaste barpersoneel is de vaste Stefs-bezoeker een doorn in het oog. Ook de bardames Angelique en Brigitte vinden het jammer dat het café niet meeverhuist naar de nieuwbouw op Heidelberglaan 15. Pieper: ‘Ik snap dat mensen het jammer vinden dat Stefs verdwijnt.’, zegt manager Timmer. ‘De dames achter de bar doen hun werk fantastisch, daar bestaat bij niemand twijfel over. En wanneer je niet helemaal weet wat je krijgt, kan dat vervelend zijn.’ Maar uiteindelijk denkt ze dat het wel zal wennen: ‘De studenten van nu kennen Stefs. Over een paar jaar is dat heel anders. Dan weet iedereen niet beter of de cafés worden door studenten gerund en praten alleen medewerkers er nog over.’
Voor Angelique houdt haar werk bij Sodexo op na Stef’s. ‘Ik moet dus gaan solliciteren.’ Ze wil wel in de horeca blijven werken, maar niet meer in een café. ‘Ik wil het wel rustiger aan doen. Ik hoef niet meer tot ‘s nachts achter de bar te staan.’ Ze denkt eraan om in een sauna of restaurant te werken. ‘Het is fijn om iets te hebben wanneer je in het weekend vrij bent, net als de mensen om mij heen.’
Ook Brigitte gaat op zoek naar een andere baan. Het liefst blijft ze werken bij de Hogeschool Utrecht en bij voorkeur in de horeca. ‘Ik werk nu al 5,5 jaar bij de hogeschool en ik voel me hier heel erg thuis.’ Mocht dat niet lukken, dan hoopt ze ergens anders in Utrecht achter de bar te staan. ‘Ik heb hier veel contacten, het zou leuk zijn om die mensen te blijven zien.’
Terug bij Aike Pieper, in Het Proeflokaal
Mag en kan iedereen zomaar achter de bar staan? Nee dus, vertelt Pieper. Vrijwilligers moeten eerst een online test afleggen. ‘Dat is om te voorkomen dat mensen die dronken zijn toch een biertje krijgen wanneer ze dat bestellen’, legt hij uit. ‘Daarnaast zetten we mensen met weinig bar-ervaring naast anderen met meer barervaring. Het kan ook best spannend zijn wanneer je iemand om zijn of haar id-kaart moet vragen.’
Wanneer er iemand uit gezet moet worden, roepen de vrijwilligers de hulp van het bestuur in, zegt Pieper. ‘Laatst moest ik iemand naar buiten sturen, want ze was onder de 18 en dronk toch alcohol.’ Sommige vrijwilligers vergeten soms om een id-kaart te vragen of hebben er geen zin in ‘Als dat steeds gebeurt, vragen we ze om aan de andere kant van de bar te gaan staan. Ik heb liever dat mensen om een id-kaart vragen dan dat ze een perfect biertje tappen’, stelt Pieper.
In het café komen veel bekenden van het barpersoneel. Volgens Pieper is het niet zo dat de mensen achter de bar alleen aandacht hebben voor hun vrienden. ‘We letten er als bestuur op dat de mensen achter de bar niet alleen voor hun vrienden staan te tappen’, vertelt Pieper. ‘Bovendien zie ik vaak het tegenovergestelde. Het barpersoneel helpt hun vrienden juist als laatste, want dan hebben ze tijd om te praten.’
Veel contact met de hogeschool heeft Pieper nu verder niet. ‘Die zullen pas ingrijpen op het moment van wanbestuur. Voor het zover is, heb je toch al meerdere gesprekken gevoerd.’ Toch merkt hij aan de de HU af en toe een logge organisatie is. ‘We moeten voor veel dingen toestemming vragen. Zo mogen we niet zelf boren. Als we iets willen ophangen, moeten we dat van tevoren aan de huismeester vragen. Zelf mogen we niet boren.’
Volgens Timmer hebben de hostmanagers op de locaties dagelijks contact hebben met de uitbaters van de cafés. Ook Timmer heeft contact met de stichtingen. ‘Om de drie maanden houden we een kwartaaloverleg,’ legt ze uit. ‘Maar studenten kunnen ook naar mij toe komen met vragen of suggesties.’
En de toekomst?
Op korte termijn wil de HU weer om tafel zitten met de huidige stichtingsbesturen om te kijken naar een nieuwe vorm van exploitatie. Het is mogelijk dat een deel door een commerciële partij gedaan wordt of dat er vanuit de HU meer ondersteuning komt. Timmer kan er momenteel niet veel over zeggen. Het horecadossier van de HU is nog lang niet gesloten.