Nieuws

Plan voor soepeler studieadvies leidt tot bijval en weerstand

Foto: Femke van den Heuvel

Minder verplichte studiepunten in het eerste jaar? Studenten zijn blij met het plan dat minister Van Engelshoven vandaag lanceert, maar universiteiten en hogescholen voelen zich overvallen. Ook de Tweede Kamer is verdeeld.

In de toekomst hoeven eerstejaars studenten nog maar 40 van de 60 studiepunten te behalen om verder te mogen naar het tweede jaar, kondigt minister Van Engelshoven vandaag aan. Dat zou de druk op studenten moeten verlichten.

Het is een grote stap vooruit, vindt het Interstedelijk Studenten Overleg. Veel eerstejaars moeten volgens het ISO nog wennen aan het hoger onderwijs en het studentenleven. Het bindend studieadvies legt daar nog ‘een enorme druk bovenop’.

Maar universiteitenvereniging VSNU baalt van de aankondiging. ‘Ik heb zelf een BSA gekregen bij mijn eerste opleiding en dat was de beste “nee” die ik ooit te horen heb gekregen’, zegt woordvoerder Bart Pierik. ‘Toen ben ik een andere opleiding gaan doen, die beter bij me paste. Dit voorstel zal ertoe leiden dat meer studenten stranden in hun studie, omdat ze eigenlijk bij de verkeerde opleiding zitten.’

Altijd spannend
En de psychische druk op studenten? ‘Het eerste jaar is altijd spannend; daar heeft het BSA helemaal niet zoveel mee te maken’, meent Pierik. ‘De druk op studenten heeft meer te maken met bijbaantjes, het zoeken van een kamer en het opbouwen van een sociaal netwerk. En het BSA werkt: het studiesucces is omhooggegaan. Universiteiten hebben er goede redenen voor.’

De Vereniging Hogescholen wil nog niet reageren, maar is net als de VSNU verrast door het plan. Er is van tevoren niet met de hogescholen gesproken, zegt een woordvoerder.

De politiek reageert verdeeld. D66-Kamerlid Paul van Meenen, partijgenoot van de minister, is opgetogen. ‘Goed dat minister @ivanengelshoven een grens stelt aan de volstrekte willekeur van eisen aan #studenten bij bindend studieadvies.’

Middelmaat
Maar coalitiegenoot VVD ziet helemaal niets in het plan, zegt Kamerlid Judith Tielen. ‘De minister kiest voor de middelmaat en wil de keuzemogelijkheden van studenten beperken. Waarom zou een student niet mogen kiezen voor een opleiding die een strenge norm van 60 punten hanteert? De ene student excelleert in een opleiding die de lat hoog legt, de andere excelleert in omgeving waar meer rust zit. De minister walst over deze diversiteit heen.’

De psychische druk die studenten ervaren ‘is wel een probleem en daar moeten we iets mee’, zegt Tielen, ‘maar dit ideetje gaat niets oplossen. De meeste BSA-normen zitten maar iets hoger, bijvoorbeeld 45 of 50 punten. Het heeft weinig zin om de norm dan een beetje naar beneden te halen.’

Ook regeringspartij CDA krabt zich achter de oren. ‘Ben nog niet overtuigd’, reageert CDA-Kamerlid Harry van der Molen op Twitter. ‘‘t Gros van de opleidingen zit net boven de 40 studiepunten. Of keren 15 punten per kwartaal uit, wat automatisch 45 punten is. Levert dus voor die student weinig “lucht” op. Plus: die punten moeten er sowieso komen. Dus krijg je het later drukker. Toch?’

Verdeeld
Net als de coalitie is ook de oppositie verdeeld. SP en GroenLinks zijn ronduit blij. ‘Ben het lang niet altijd eens met de minister, maar als zij het bindend studieadvies wil versoepelen kan ze op steun van de SP rekenen’, twittert Kamerlid Frank Futselaar. Zijn collega Zihni Özdil van GroenLinks spreekt van een ‘mooie stap van de minister’ en zou het BSA liefst helemaal afschaffen.

Maar Harm Beertema van de PVV is faliekant tegen. ‘De lat gaat alweer een stukje lager. Hij ligt bijna op de grond. Over een paar jaar zul je zien dat er nog steeds psychische druk is. Dan over 40 punten. En ook dan huilt de @MinOCW weer mee.’

UPDATE
De Vereniging Hogescholen neemt nog geen standpunt in, maar is net als de VSNU verrast door het plan. ‘Het is een unicum in de bestuurlijke verhoudingen dat zonder overleg met de instellingen een dergelijke maatregel wordt aangekondigd’, zegt voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen in een persbericht. Hij wil snel met de minister in gesprek.