In 2018 is Roy afgestudeerd aan de HU. Maar daar ging het een en ander aan vooraf. Hij vertelt zijn persoonlijke verhaal aan Trajectum. Over zijn verslaving, geloof en medestudenten. Maar ook over psychische aandoeningen onder hulpverleners, en hoe dit ook een kennisbron kan zijn.
Roy tuurt door zijn goudomrande brilglazen naar buiten. Bedachtzaam. Zijn horloge matcht met het montuur van zijn bril, net als de kettinkjes om zijn nek. Drie ringen sieren zijn vingers. Een goedverzorgde baard zijn gezicht. Roy volgt nu de master Sociologie aan de VU. Voor even is hij terug bij de hogeschool, maar jarenlang was hij er kind aan huis. Dit jaar haalde Roy zijn diploma bij de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Hij won de Topartikelen-wedstrijd met zijn stuk over het benutten en inzetten van ervaringsdeskundigheid in social work. Ook was Roy actief in onder anderen opleidingscommissie en de Instituutsraad.
Zwart gat
Maar eerst terug naar wat eraan is voorafgegaan. Om te beginnen bij de studie Journalistiek, waar hij direct na de middelbare school aan begon en na een paar maanden mee stopte. Door een conflicterende thuissituatie besloot hij niet veel later om te vertrekken. ‘Ik was 17 en had niet echt een back-up plan toen ik wegliep van huis. Ik sliep bij familie en vrienden en ben echt een straatschoffie geworden. Bijna dag en nacht was ik op straat, maar ik had wel vrienden en familie. Het was fijn om dat vangnet te hebben.’
Roy kwam in een groepje terecht waarmee hij de grenzen opzocht. ‘In het begin was dat nog vrij onschuldig, maar de cultuur werd harder. Als je verslaafd bent aan speed en cocaïne en je moet die verslaving voeden, kom je al snel op de weg terecht van echt rottigheid uithalen. Drie vrienden zijn vast komen te zitten voor een gewapende overval. Ik heb op het juiste moment de keuze gemaakt ‘ik wil hier niet verder in doorslaan’.’
‘Het is pijnlijk als je vrienden vast komen te zitten. Ik heb zelf eerst uit schaamte en trots niet om professionele hulp gevraagd. Uiteindelijk zat ik in de goede richting, maar psychisch raakte ik in de knel. Ik heb de hulpverlening toen met open armen ontvangen.’
Een tijd lang bezocht hij intensief een psycholoog. ‘Hij liet ruimte voor mij om aan te geven wat ik wilde en benaderde onderwerpen luchtig en met humor. Dat was heel fijn. Er ontstond echt een gesprek, het contact was menselijk.’ Roy kwam erachter dat hij al sinds zijn puberteit te maken heeft met stemmingswisselingen. ‘Achteraf gezien heb ik bepaalde gevoelens gemaskeerd. Ik zat vaak niet lekker in mijn vel, maar ik kon het niet duiden.’ Het lukte hem toen om te stoppen met harddrugs. Een maand voordat hij begon aan zijn nieuwe studie, Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de HU, stopte hij ook met alcohol en sigaretten.
Nieuwe start
Het was een schone lei, een nieuw begin. Roy raakte geïnteresseerd in religie en liet zich dopen. ‘Toen het niet zo goed met me ging, ben ik naar de kerk gegaan. In het begin heb ik er fanatiek aan vastgehouden. Ik ben eigenlijk geïnspireerd door mijn oma, zij was een hele gelovige vrouw en ik vond dat wel heel mooi.’
De armen van Roy zijn versierd met tatoeages van Bijbelse taferelen. Op de triceps van zijn rechterarm vormen sierlijke letters de naam van zijn oma: Elisabeth. ‘Mijn tatoeages hebben vooral een symbolische waarde en zijn een stukje eerbetoon. Ik zie wel mooie metaforen.’
Aan het begin van zijn studie besloot Roy zijn ervaringskennis te delen. ‘Voor mezelf heb ik de knoop doorgehakt dat ik het gewoon ging doen. Uiteindelijk merkte ik wel dat als er één schaap over de dam is, er meer volgen. Ik liep er in het begin tegenaan dat maar weinig mensen open zijn over hun ervaringen en ik had de indruk dat veel medestudenten die ervaringen wél hadden. Tijdens hoorcolleges werd er soms gepraat over ‘wij, de hulpverlener’ en ‘zij, de cliënten’. In een werkgroep heb ik gezegd dat het volgens mij niet zo zwart-wit is. We moeten erkennen dat er ook veel hulpverleners zijn die hun eigen problemen hebben gehad. In het begin van de opleiding dacht ik echt dat ik één van de weinigen was. Maar de motivatie voor het beroep komt vaak voort uit ervaringen.’
Inspireren
Met de psycholoog die hem vroeger heeft geholpen, heeft Roy goed contact gehouden. ‘Ik heb een keer met hem afgesproken om nog eens terug te blikken op dat proces van mij. Hoe zag dat eruit? Welke interventies heeft hij gedaan? Wat me het meest is bijgebleven, is dat hij zei: “Je bent bezig met een inhaalrace. En je kunt zo hard lopen als je wilt, maar verloren tijd haal je nooit in en dat moet je ook niet willen.” Ik wist het wel, maar dat kwartje viel toen. Ik ben kritisch en hard voor mezelf en heb me voor 200% ingezet voor m’n studie, met het idee dat ik dingen moest rechtzetten. Ik raakte uit balans.’
Roy trok weer aan de bel. ‘Toen heb ik ook ervaren wat voor mij niet werkt in de hulpverlening. Zelf ben ik geen voorstander van dat hiërarchische. Gelijkwaardigheid vind ik heel belangrijk.’
De afgelopen jaren heeft Roy veel inzichten verworven, op zowel persoonlijk als professional vlak. ‘Nu ben ik me er veel bewuster van wanneer het niet goed met me gaat. Ik doe ook veel meer dingen om lekker in mijn vel te zitten. Sporten doe ik veel, ik let op m’n eten.’
Hoewel Roy niet meer naar de kerk gaat, helpt het ook dat hij ‘een stukje zingeving heeft gevonden’. ‘Ik heb de afgelopen jaren persoonlijk wat meer moeite ontwikkeld met dat kerkelijke’, zegt hij daarover. ‘Ik weet niet wat er is en vind het lastig als mensen beweren dat wel helemaal zeker te weten. Het geloof gaat voor mij om rust creëren en is meer gericht op spiritualiteit.’
Taboes doorbreken
Binnen zijn studie speelde Roy een belangrijke rol in het opzetten van de pilot ‘peersupport’ waarin ervaringskennis als belangrijke kennisbron wordt erkend. Ook zijn afstuderen baseert Roy op dit onderwerp. Nu heeft Roy er zijn doel van gemaakt om anderen te inspireren en taboes te doorbreken. Bij de opleiding Social Work doet hij dat als gastdocent. ‘Ik wil studenten het gevoel geven en laten zien dat heel veel hulpverleners iets hebben meegemaakt. Dat daar plek voor is binnen het beroep.’ Ik heb de afgelopen jaren een basis gelegd in hoe ik mijn ervaringsdeskundigheid kan inzetten als hulpverlener. Ik vind het interessant om nu een brug te slaan en te kijken hoe ik m’n master kan inzetten.’