Zo’n 15 procent van de eerstejaars voltijd bachelorstudenten aan de HU is dit studiejaar voor 1 februari gestopt met de studie. Dat blijkt uit cijfers van de hogeschool. Maar veel opleidingen kennen flinke pieken en dalen in het aantal afhakers. De elf studies op een rij met de hoogste en de laagste uitval.
Chemische Technologie spant de kroon met 34 procent uitval tot en met januari. Tegelijkertijd heeft de opleiding te maken met een relatief lage instroom. De afgelopen jaren startten er zo’n 45 eerstejaars, maar dit jaar waren het er met 29 studenten beduidend minder.
‘Als een klein aantal studenten met de opleiding stopt, dan komt het uitvalpercentage direct al een stuk hoger uit’, zegt opleidingsmanager Joop Slaa. Daarnaast kan het zijn dat een groep switcht naar een andere opleiding, zoals Chemie binnen hetzelfde instituut. Hetzelfde geldt voor andere studies met een lage instroom, zoals de lerarenopleiding Nederlands of Facility Management.
Aan de andere kant staan de populaire opleidingen met een hoge instroom van studenten. Soms wel enkele honderden eerstejaars doen een poging bij Commerciële Economie, Integrale Veiligheidskunde of Sociaal Juridische Dienstverlening. Niet geschoten is altijd mis. Maar in het eerste jaar selecteert de propedeuse de kaf van het koren. De verplichte studiekeuzecheck (matching) leidt daar nog niet tot een substantiële verbetering.
Bij de opleidingen met de minste uitval staat de Lerarenopleiding Techniek bovenaan met 0 procent uitval. Toeval, zou je kunnen zeggen: van de zes eerstejaars is er in het eerste half jaar nog niemand gesneuveld. Meer bijzonder is het lage percentage van 1 procent bij Mondzorgkunde. Van de ruim honderd eerstejaars is bijna iedereen halverwege het jaar nog binnenboord.
Wat verder opvalt: de opleidingen met de minste afhakers vallen binnen de gezondheidszorg en sociale beroepen. Studenten die kiezen voor deze beroepen lijken goed gemotiveerd.