Marije Douma (40) werkt sinds dertien jaar bij Hogeschool Utrecht. Ze levert de docenten Spaans af. Je weet wel, die vaklui waar zo’n schreeuwend tekort aan is. In onze korte serie interviews met taaldocenten vertelt ze over het Spaans, de Latijns-Amerikaanse cultuur en haar favoriete liedje.
Hoe ben je bij de HU terechtgekomen?
‘Ik heb hier de bachelor en de master gedaan. In die tijd wilden ze masterstudenten in staat stellen om les te geven en ik reageerde op een vacature voor junior-docent. Nadat ik was aangenomen, ben ik niet meer weggegaan. Wel heb ik een aantal lange reizen gemaakt naar Spanje en Latijns-Amerika. In Peru heb ik een uitwisseling gedaan met de docenten daar ten einde van elkaar te leren. Een groot verschil met hier is dat zij voor alles veel meer de tijd nemen. Bovendien hebben ze een sterke band met de natuur die ze verwerken in hun lessen. Als ze een drankje drinken, gooien ze dikwijls eerst wat op de grond voor “Pacha mama” (moeder aarde). Dat vind ik heel mooi. Gezag is daar ook een natuurlijk gegeven, kinderen luisteren beter naar hun leerkracht. Dat vertel ik aan mijn studenten en ik houd ze soms een spiegel voor als ze slecht luisteren of geen aandacht hebben voor mij of elkaar.’
Hoeveel eerstejaars hebben jullie in de voltijd?
‘We hadden jarenlang vijftig eerstejaarsstudenten, maar dit jaar waren het er nog maar 23. We weten niet waardoor dit komt, mogelijk door het leenstelsel en het gebrek aan zekerheid op een latere baan. Jongeren kiezen in dit tijdsgewricht misschien eerder een vak waarvan ze zeker zijn dat het ze een goede baan oplevert. Tegelijkertijd is onze minor Spaanse taal en cultuur nog nooit zo goed bezet geweest, dus belangstelling is er zeker. Het is de tweede meest gestudeerde taal ter wereld.’
Waarom zou je Spaans studeren?
‘Je wordt er gelukkiger van. Door gesprekken te voeren met Spaanstalige mensen gaat een nieuwe wereld voor je open. Een heel continent, een andere cultuur, een zekere saamhorigheid, de warmte en spontaniteit. Ik werkte in Mexico in een mensenrechtenorganisatie. Het was zware kost waar we mee te maken kregen en iedereen begon de dag door aan al zijn collega’s een knuffel te geven. Wanneer je een vreemde taal spreekt, leer je jezelf op een andere manier kennen. Ik was altijd verlegen, maar in het Spaans leerde ik te praten met gebaren en mijn stem te verheffen. Dat doet namelijk iedereen.
En met Spaans kun je best wat kanten uit. Naast leraar zie ik veel studenten hun eigen taalinstituut opzetten.’
Wat is de HU voor werkgever?
‘De HU heeft me in staat gesteld om mijn dochter de eerste vijf maanden te blijven voeden. Ik kreeg elke dag twee uur voedingsverlof dus fietste ik telkens op en neer. Van al dat fietsen bleef ik wel fit, haha. Maar het systeem dat we in Nederland kennen, waarbij je na drie maanden van je kind wordt gescheiden en weer aan het werk moet, vind ik niks. Ik pleit voor een jaar ouderschapsverlof voor beide ouders, zoals dat in Scandinavië bestaat. Het krijgen van een kind is een ingrijpende gebeurtenis en als je te snel weer moet meedraaien heb je een grote kans op een burn-out.
Vooral voor de ruimte zou ik uiteindelijk graag terug willen naar Friesland waar ik vandaan kom. Maar daar moet ik iets meer puf voor hebben want ik lig sinds de geboorte van mijn dochter, nu een jaar geleden, elke dag om 20:00 uur in bed.’
Hoe onderscheidt de lerarenopleiding Spaans zich van andere hbo’s in Nederland?
‘We hebben twee hbo-lerarenopleidingen Spaans in Nederland, in Utrecht en Tilburg. Onlangs hebben we elkaars lesprogramma vergeleken en concludeerden dat de verschillen niet groot zijn. De studenten van Fontys in Tilburg hebben allemaal hun buitenlandervaring bij één van de Spaanse universiteiten waarmee ze een uitwisselingsconvenant hebben. Bij ons gaan ze overal heen, van Spanje tot Colombia.’
Spreken jullie alleen maar Spaans in de les?
‘Toen ik vier jaar Spaans had geleerd op de middelbare school, kwam ik een keer op een camping waar Spaanstalige mensen samen zaten. Ik wilde meekletsen, maar kon nog geen woord over mijn lippen krijgen. Daar had mijn leraar al die tijd geen aandacht aan besteed. Ik dacht: “Ik leer het nooit”. Ik besloot toen Journalistiek te gaan studeren, maar ik bleek geen talent voor nieuws te hebben. Na twee jaar vertrok ik met het geld dat mijn oma me had nagelaten naar Barcelona en dompelde me onder tussen de Spanjaarden. Pas daar leerde ik spreken, dankzij een intensieve taalcursus, maar ook door de afwezigheid van prestatiedruk. Dat gun ik mijn studenten ook. Vanaf het eerste jaar zijn alle lessen vrijwel uitsluiten in het Spaans. Dat is ook niet zo’n probleem want veel studenten van de opleiding zijn van huis uit Spaanstalig.’
Wat vind je van woordjes leren?
‘Ik ben geen voorstander van enorme woordenlijsten, maar ik heb er zelf wel een enorm woordenschat van gekregen op de middelbare school. Ik raad studenten altijd aan om in het buitenland hun eigen woordenlijsten aan te maken, dat is leuk om te doen en je hebt meteen de context erbij. Johan Cruijff sprak uitstekend Spaans en zei altijd: “Als je bezig bent met voetballen moet je niet nadenken of je het goed doet of niet. Je moet ervan genieten.” Voor het spreken van het Spaans geldt dat ook. Genieten is in het Spaans “disfrutar.” Mijn favoriete woord en kenmerkend voor de Latijns-Amerikaanse cultuur.’
Wat kijk je op Netflix aan Spaanstalige series?
‘Ik raad vooral films en documentaires aan. De film Roma geeft prachtig weer hoe de klassenmaatschappij in Mexico werkt. De hoofdrolspeler is in het echt een onderwijzeres in plaats van actrice. Haar rol als dienstmeisje vertolkte ze prachtig. Typerend was dat ze – nadat ze was overladen met prijzen voor de film – een hoop racisme voor haar kiezen kreeg van conservatieve Mexicanen.
Eigenlijk had ik een vraag over muziek van je verwacht. Dat is voor mij Cumbia, daar zijn in Nederland ook steeds meer feesten van. Mijn favoriet is de Peruaanse klassieker Cariñito van Los hijos del sol. Als je dat luistert, breekt meteen de zon door!’