Goede onderwijsinstellingen moeten meer geld krijgen, vindt de VVD. Daarom stelt de partij voor om de instellingsbekostiging op drie onderdelen te baseren: de hoeveelheid uitgereikte diploma’s, de doelstellingen van de instelling en een basisbedrag. Tegelijkertijd moet de onderwijskwaliteit beter zichtbaar worden.
Dat laatste wil de VVD bereiken met landelijke examens. Per studie zou een landelijke commissie van docenten een eindtoets moeten maken en de kwaliteitskeurmeesters van de NVAO zouden de deugdelijkheid ervan moeten controleren. Als studenten zakken, mogen ze het later opnieuw proberen. Maar instellingen krijgen dan geen overheidsvergoeding meer. Dit heeft enkele voordelen, menen de liberalen. Instellingen kunnen bijvoorbeeld niet op eigen houtje hun eisen verlagen. Bovendien zullen studenten sneller aan de bel trekken als het onderwijs niet deugt en hun slaagkans in gevaar komt.
Als dit geregeld is, mag de diplomabekostiging gerust veertig procent van de gehele instellingsfinanciering bedragen. De ‘vaste voet’ zou twintig procent bedragen. En dan blijft er nog veertig procent over voor de ‘basiskwaliteitsbekostiging’. (HOP)
Nieuws