Het is 9 oktober 2020, daags voor Coming Out Day, en bij de ingang van Padualaan 99 hijsen ze de regenboogvlag om het Rainbow Festival in te luiden. Collegelid Tineke Zweed is erbij namens de HU, maar ook vertegenwoordigers van Universiteit Utrecht, belangenorganisatie COC en studentenvereniging U.H.S.V. Anteros. Ook aanwezig: de GSA, de Gender and Sexuality Alliance (GSA) van de HU. De groep kijk met trots naar het resultaat: een metershoge, bontgekleurde vlag die staat voor gelijkheid voor iedereen, ongeacht seksuele voorkeur of genderidentiteit.
‘Gadverdamme’, roept ineens een student die het gebouw van de HU uit komt lopen. ‘Belachelijk joh, wat is dit?!’, vraagt een ander. Een aantal jongeren kan bij het zien van de regenboogvlag de weerzin niet onderdrukken en roept een paar pijnlijke opmerkingen.
‘Het laat zien dat de lhbt-groep helaas nog niet volledig wordt geaccepteerd’, vertelt Felix van Vugt van de GSA enkele weken hierna. Niet hij, maar een ander lid van de groep was bij het hijsen van de regenboogvlag aanwezig en vertelde dit verhaal nadien. ‘Jongeren voelen zich nog altijd niet veilig op de HU, en dat hoort wel zo te zijn’, zegt Van Vugt.
Sinds ruim een jaar is de GSA actief op de HU. De Gender and Sexuality Alliance komt voort uit het voortgezet onderwijs en is bedoeld om tolerantie onder jongeren te vergroten. Van Vugt werkt nu als lerarenopleider en onderwijsadviseur bij de HU. Hiervoor heeft hij zelf ook op een middelbare school gewerkt en zag dat die tolerantie heel erg nodig was. ‘Homo is een veelgebruikt scheldwoord en uit de kast komen is best lastig. Onder jongeren is er nog veel homofobie en het is belangrijk dat er iets aan gedaan wordt.’
Een collega kwam met het idee om ook op de HU een GSA op te zetten. Dat gebeurde vorig jaar in oktober. Eerst alleen op de oude faculteit van educatie, maar sinds kort gaat de organisatie HU-breed te werk. Ondertussen zetten zes docenten en twaalf actieve studenten zich in voor deze GSA.
Thuis voelen op de HU
De organisatie heeft twee doelen. Een ervan is meer aandacht voor de positie van lhbt-studenten en -docenten op de HU. ‘Als je niet in het hetero-normatieve vakje past, ondervind je meer weerstand en discriminatie’, vertelt Van Vugt.
Uit cijfers van Kennisinstituut Movisie blijkt dat ook: 1 op de 5 lhbt’ers krijgt te maken met negatieve reacties en geweld. Van Vugt: ‘Ik ben zelf getrouwd met een man en we kiezen er vaak voor om niet hand in hand te lopen op straat vanwege de negatieve reacties. Dan heb ik het over mijn persoonlijke leven maar dit speelt ook op de HU.’
Een tweede doel is dat lhbt-studenten weten dat er een plek is op de HU waar ze terecht kunnen. Dat ze zich thuis mogen voelen en in contact kunnen treden met gelijkgestemden. Hiervoor organiseert de alliantie meetings in Teams waar jongeren over hun lhbt-situatie kunnen praten. ‘Een speciale dag is Paarse Vrijdag op 11 december’, zegt Van Vugt. ‘Dan organiseren we allerlei online activiteiten om aandacht te vragen voor seksuele en genderidentiteit. Ook wordt iedereen die de lhbt-medemens of diversiteit steunt, die dag uitgenodigd om paars te dragen.’
Uit andere cijfers van Movisie blijkt dat 8 tot 10 procent van de bevolking zich tot de lhbt-groep rekent. Dan heb je het bijvoorbeeld over mensen die homoseksueel zijn, transgender, queer of non-binair (je niet identificeren met een geslacht). Op de HU studeren ongeveer 35.000 mensen, dus dat zou betekenen dat zo’n 3500 studenten zich met de lhbt-groep identificeren. Op een klas van twintig studenten gaat het om een of twee van hen.
Niet worden geaccepteerd, het blijft een probleem
Wat zijn hun verhalen? Van Vugt noemt een paar voorbeelden. ‘Er is een student die thuis niet open kan zijn over dit onderwerp. Tijdens onlinebijeenkomsten gaat daarom alles via de chat, spreken kan niet. Het mag thuis simpelweg niet ontdekt worden dat diegene tot de lhbt-groep behoort. Dat is heel pijnlijk. Ander voorbeeld: een van onze leden is transgender en zit nog midden in het proces. Ze komt uit het buitenland en wordt thuis niet geaccepteerd. Zij heeft zich als internationale student aangesloten bij de groep om erover te praten.’
Anouck de Wind (foto) is ook zo’n student die zich heeft aangesloten bij de GSA. Ze studeert sinds 2016 Life Sciences op de HU en is biseksueel. ‘Op de middelbare school heb ik ook bij de GSA gezeten. Het is nog steeds slecht gesteld met de acceptatie van homo’s en dergelijke in Nederland. Kijk maar naar de uitspraken van onderwijsminister Arie Slob, een aantal weken geleden (over anti-homoverklaringen op middelbare scholen, red.). Het is belangrijk dat mensen weten dat wij ook “normaal” zijn. Dit gaat mij persoonlijk aan. Op de HU gaan veel dingen goed, maar het kan nog beter.’
‘We voelen ons gehoord, maar het kan beter’
Van Vugt sluit zich bij die laatste opmerking aan: er is nog verbetering nodig. ‘De HU steunt ons, we voelen ons gehoord. Maar we doen dit werk vrijwillig en we zouden graag zien dat actieve leden hier wat uren voor kunnen schrijven, daar zijn we mee bezig.’
Het ultieme doel is dat de HU een plek is waar iedereen zichzelf kan zijn, legt Van Vugt uit. ‘Ik heb aan den lijve ondervonden hoe het is om je niet veilig te voelen. Het is moeilijk om helemaal jezelf te kunnen zijn. Inmiddels kan ik dat wel en schaam ik mij nergens meer voor. Maar ik heb het relatief makkelijk gehad met een omgeving die mij steunt.’
‘Twijfel of docenten er voor uitkomen’
Hoewel studenten de primaire doelgroep zijn, hoopt Van Vugt ook dat docenten een graantje meepikken. ‘Ik twijfel eraan of alle docenten durven te vertellen dat ze bijvoorbeeld homoseksueel zijn. Dat hoeven docenten natuurlijk niet te doen, maar wat mij betreft is een docent een rolmodel. Ik vind het belangrijk om aan elke nieuwe klas te vertellen hoe mijn situatie eruitziet. Dat doe ik tussen neus en lippen door: “Ik ben getrouwd met een man. Kijk, dit is Marijn. We hebben samen een zoontje…” enzovoort. Studenten kunnen denken wat ze willen maar ik wil het toch gezegd hebben. Ik wil diversiteit laten zien.’
‘Van een paar docenten weet ik dat ze het bewust niet vertellen’, vervolgt hij. ‘Bij sommige opleidingen ligt het niet zo voor de hand. Die zeggen: ik heb gewoon geen zin in het gedoe. Dat snap ik, maar daar moeten we toch vanaf.’
Gaat alle moeite die de GSA in deze problematiek stopt, voldoende zijn om in de toekomst helemaal geen nare reacties meer te krijgen als bij het hijsen van de regenboogvlag?
Niet per se, denkt Van Vugt, maar nu is de voornaamste taak dat de doelgroep zélf een thuisgevoel ervaart. ‘Homofobie zal niet opeens verdwijnen, maar als de doelgroep zich gesteund voelt, is zij weerbaarder en veerkrachtiger. Hopelijk is de wereld ooit vrij van homofobie, transfobie, discriminatie op basis van gender en seksuele voorkeur. Voor het zover is, zoeken we elkaar op en ervaren we een community. We zullen ook proberen de ander voor te lichten, een beetje op te voeden misschien. Maar dat is niet onze hoofdtaak.’
Wil je in contact komen met de GSA? Ze hebben een Instagramaccount, een mailadres (gsa@hu.nl), Facebook en een pagina op de site van de HU. De GSA belooft dat het altijd een reactie geeft en verwijst je eventueel door. Zoals Felix van Vugt zegt: ‘We hebben niet alle expertise in huis, maar we weten wel goed de weg.’
En schrijf vast in je agenda: Paarse Vrijdag op 11 december! Door de kleur paars te dragen, laat je zien dat je diversiteit aan de HU steunt!
Lees ook: Minister worstelt met homoseksualiteit op scholen maar de HU is duidelijk: afkeuren mag niet.