Tot enkele jaren geleden was de deeltijdopleiding van de pabo een ‘replicatie van de voltijdopleiding’. Sinds de pilot Flexibilisering van start is gegaan, ziet het programma er anders uit. ‘De opleiding volgt student.’ Marnix van den Berg, projectleider flexibele deeltijdopleidingen, en Anton Boonen, hogeschoolhoofddocent bij de vol-en deeltijd pabo-opleiding, maken de balans op en kijken vooruit.
‘Dé deeltijdstudent bestaat niet’, vertelt Anton Boonen, hogeschoolhoofddocent en portefeuillehouder ‘onderwijsinnovatie’ binnen Instituut Theo Thijssen. ‘We hebben studenten van 25 en 60 jaar, en alles daar tussenin. Hun achtergrond is ook verschillend. Maar ze hebben allemaal iets gemeen: ze willen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en van betekenis zijn voor de maatschappij. Daarom komen ze bij ons terecht.’
De student staat centraal
Voor een deeltijdstudent is het niet altijd makkelijk om alle ballen in de lucht te houden: privé, werk en studie. ‘Omdat in er sommige beroepsgroepen krapte op de arbeidsmarkt is, begonnen we bij die deeltijdstudies met deze pilot’, vertelt Marnix van den Berg. Hij is HU-breed projectleider flexibele deeltijdopleidingen. ‘Heel kort gezegd houdt dit in dat we flexibele individuele leerpaden creëren, passend bij iemands wensen. Zo zijn er meer momenten om in te stromen, om te versnellen of juist om te vertraging. Qua toetsing is er ook veel mogelijk. Met andere woorden: de opleiding volgt de student, en niet andersom.’
Boonen vult aan: ‘Tot een aantal jaar geleden was de deeltijdpabo een replica van de voltijdopleiding. Alles was in elkaar geschoven: dezelfde stof werd in kortere tijd behandeld. Daarbij hielden we bijvoorbeeld geen rekening met iemands leergeschiedenis of de balans tussen werk en privé. Dat is veranderd toen we in 2017 begonnen met deze pilot. Nu staat de student steeds meer centraal.’
Vijftig verschillende leerroutes
Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Boonen: ‘Als een student zich aanmeldt voor de deeltijd pabo, volgt een uitgebreid intakegesprek, zodat we al een goed beeld hebben van waar iemand vandaan komt. Door in te zetten op leerteamleren en het voeren van leerroutegesprekken bepalen we op welk niveau deze persoon binnen de opleiden kan instromen. We proberen ook te clusteren, door studenten met dezelfde achtergrond bij elkaar te zetten. Denk bijvoorbeeld aan mensen die eerder al Pedagogiek gestudeerd hebben.’
De afgelopen jaren deden 36 deeltijdopleidingen mee aan de pilot. In 2020 vond een groot aantal accreditaties plaats, met positieve resultaten. Van den Berg: ‘Het aantal studenten dat instroomt is zo’n 60 procent gegroeid, dat is natuurlijk heel mooi. Maar er zijn uiteraard ook aandachtspunten. Stel: een klas bestaat uit vijftig studenten en ieder bewandelt zijn eigen pad. Dan heb je te maken met vijftig verschillende leerroutes. Dan is de begeleiding heel ingewikkeld. Een belangrijk aandachtspunt.’
Zelfregie
Boonen: ‘Flexibilisering betekent niet dat de student altijd alles zelf bepaalt. Het betekent dat hij of zij zelfregie krijgt en zo nadenkt over de eigen leerroute.’ Van den Berg: ‘Dat is niet voor elke student weggelegd. Ik kan me dat wel voorstellen: als je gewend bent om achterover te zitten en te luisteren naar de docent, in een passieve rol, dan is dit behoorlijk schakelen. We zien ook dat nog niet elke opleiding dit in de vingers heeft. Net als voor studenten is het ook voor de docent zoeken. Het gaat de een beter af dan de ander.’
Boonen: ‘Op een andere manier naar het opleiden van studenten kijken vraagt veel van collega’s. Het is daarom belangrijk om gefaseerd te werken en goed aan te blijven sluiten bij hun behoeften. Soms is het beter om even wat rustiger aan te doen en stapje voor stapje te gaan. Het gaat om een cultuuromslag in het denken over opleiden en het besef dat de opleiding steeds in beweging is en aangepast moet worden aan de behoeften van de student en de eisen die de veranderende maatschappij stelt. Op dit moment vinden veel collega’s het leuk om deel te nemen aan deze ontwikkeling, maar dat heeft tijd nodig gehad.’
Over vijf jaar
Volgen na de deeltijdopleidingen ook de voltijdstudies? Boonen: ‘Ik heb dit nooit als experiment gezien, maar als verandering van de visie op het onderwijs en het opleiden van studenten. Daarom is het voor mij ook niet de vraag of we bepaalde elementen doorzetten naar de voltijdopleidingen.’ Van den Berg sluit zich daarbij aan: ‘De vraag moet volgens mij altijd zijn: wat heeft de student nodig en hoe kan de opleiding daarbij aansluiten? We moeten natuurlijk wel kritisch kijken welke onderdelen van deze flexibilisering zich hier goed voor lenen.’
Boonen vult aan: ‘Op maat gemaakt onderwijs is waar we voor iedereen naar toe willen. Maar het moet ook allemaal kunnen, voor student en docent. Dat heeft tijd nodig. Ik hoop dat we over vijf jaar niet meer spreken over flexibilisering, maar dat dit echt onderdeel geworden is van de mindset.’
Ook interessant: Hogeschoolraad en college zijn het snel eens over de besteding van de ‘coronamiljoenen’