Columns

Noa is brak en moet dealen met een draaiorgel

Foto: Kees Rutten

Noa Wammes studeert Journalistiek aan de HU en schrijft soms een column voor Trajectum.

Het is weer zover. Brak loop ik door de stad onderweg naar mijn Broodje Ben. Op deze zaterdagmiddag heb ik mezelf uit bed weten te krijgen. Ik ben de deur uitgegaan in mijn lelijkste outfit: een T-shirt met opvallende gaten, een Adidas-joggingbroek en Uggs. De mensen die te langzaam lopen of ineens midden op straat stil gaan staan irriteren me mateloos.

Als kers op de taart hoor ik in de verte het geluid dat in mijn top 5 staat van meest irritant: het draaiorgel. Omlopen doe ik niet, want ik heb honger. Al lopend komt de melodie van Kleine Jongen van André Hazes me tegemoet. Onbedoeld begin ik op de maat van het liedje te lopen en een onaangenaam gevoel bekruipt me. Ben ik de enige die ongemakkelijk wordt van draaiorgels? Zijn er überhaupt mensen die draaiorgels leuk vinden?

De irritatie wordt nog groter door het geluid van het bakje met munten dat de draaiorgel-man op en neer schudt. Ik ben ervan overtuigd dat ze die centen er van tevoren zelf in doen. Heb je ooit iemand gezien die geld geeft aan draaiorgels? Ik niet. En met een leeg bakje zwaaien is ook wat.

Misschien moet ik niet zo zeiken. Het oude mannetje is trots op de muziek en lijkt plezier te hebben in zijn baan. Hij grijnst naar een peuter die stilstaat om hem met open mond te bewonderen. Nou, wordt er in ieder geval iemand gelukkig van. Maar in de zomer mag het draaiorgel-mannetje van mij in een andere stad gaan orgelen.