"Hey, heb je zin om vanmiddag te gaan lunchen?" sms ik naar mijn Duitse
studie- en huisgenoot. Een half uur later krijg ik antwoord: "Goed
plan! Ik zie je om drie uur, dan ben ik klaar met mijn interview."
Wel
een beetje laat, maar daar ben ik inmiddels aan gewend. Die Nederlandse
lunch om 12 uur, daar ben ik na 3 maanden wel overheen. Trouwens net
als dat hele saaie middageten: die schaars belegde bruine boterhammen.
Niet dat de Denen heel uitgebreid lunchen, maar daar zijn we ook niet.
Mijn
gehele klas zit momenteel ergens in Midden of Oost Europa. Officieel om
een artikel te schrijven over twintig jaar na de val van het
communisme. Maar als ik de berichten moet geloven, wordt er naast het
‘harde werken’ door iedereen volop genoten van het goedkope leven.
Halve liters bier voor iets meer dan een euro, uiteten voor nog geen
vijf euro en een taxi die je even naar je hostel brengt. Allemaal
dingen die ondenkbaar zijn in Denemarken.
Klokslag drie loop ik
naar de barokke kerk op het centrale plein van Novi Sad. Een stad zo
groot als Utrecht in het noorden van Servië. Op een paar bankjes zitten
mensen te genieten van de voorjaarszon. Zo nu en dan besluit de groep
duiven om op te vliegen, om daarna weer massaal op het plein te landen.
Samen
lopen we over de boulevard van de stad. De straat is schoon en de
gebouwen in Oostenrijk-Hongaarse stijl zijn allemaal netjes opgeknapt.
Beide
zijn we onder de indruk van de stad en de vriendelijkheid van de
mensen. "Mijn moeder vond het maar niets dat ik naar Servië ging,"
vertelt mijn huisgenoot. "Bang dat er wat zou gebeuren, of zo." Erg
overtrokken, concluderen we. Het tijdelijke verblijf in Novi Sad bevalt
ons goed.
We nemen een zijstraatje opzoek naar een restaurantje
om iets te eten. Op een uithangbord staat in het Cyrillisch lunch
geschreven, met een aantal bedragen er achter. Omdat we geen flauw idee
hebben wat er precies staat, besluiten we om gewoon binnen te stappen.
We hebben we zin in iets typisch Servisch.
Er staan 4 tafels, maar eentje is er nog vrij, precies goed voor ons.
Als de serveerster langskomt blijkt het toch lastig om iets te
bestellen. In het Servisch krijgen we een waterval aan opties voor
geschoteld, maar we hebben geen flauw idee wat het allemaal is.
Gelukkig zit er een jong stel achter ons, die zo vriendelijk is om het
geheel te vertalen, en ons gelijk het beste gerecht adviseert: de met
vlees gevulde koolbladeren.
Dat wordt het dan ook. Maar een
Servische lunch is niet zomaar iets. Eerst wordt ons een heldere soep
voorgeschoteld. Vervolgens komt het hoofdgerecht. En als we denken dat
dat alles was, krijgen we plots nog een pannenkoek toe. Dat was meer
dan we hadden verwacht. En dat alles voor nog geen 5 euro.
We
bestellen nog maar een biertje, mijn studiegenoot steekt nog maar een
sigaret op (oh, wat is zij blij dat er hier geen rookverbod is) en we
genieten volop van het leven dat in Denemarken onbetaalbaar is!