Docenten die met een ‘lerarenbeurs’ een bachelor- of masteropleiding volgen, krijgen meer vrijheid om hun eigen studietempo te bepalen. Ook mogen ze de beurs gebruiken voor schakelprogramma’s van masteropleidingen.
Het ministerie is minder streng voor docenten die zich naast hun drukke baan willen bijscholen. Net als voorheen krijgen ze drie jaar lang een beurs van maximaal 3500 euro, verhoogd met 700 euro voor leermiddelen en reiskosten. Maar ze hebben meer tijd om hun opleiding af te maken. Wie drie jaar na afloop van de subsidieperiode nog niet alle studiepunten binnen heeft, moet (een deel van) de beurs terugbetalen. De versoepeling geldt ook voor docenten die al een lerarenbeurs hebben.
Het staat te lezen in de nieuwe regeling voor de lerarenbeurzen, die docenten in basisonderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en hbo kunnen aanvragen. De beurzen horen bij het ‘Actieplan Leerkracht’, waarmee de overheid het beroep van leraar aantrekkelijker wil maken. Al 8500 leraren – waaronder 466 hbo-docenten – ontvingen een beurs. Tweederde gebruikt deze voor een bachelor- of masteropleiding. De rest kiest voor kortere opleidingen.
Daarnaast stelt het ministerie in totaal zes miljoen euro beschikbaar voor vo- en bve-scholen die zij-instromers aannemen. Met dat geld kunnen zij hun opleiding tot bevoegd leraar betalen en hun studieverlet.
