Sinds vandaag is het 100 procent zeker dat de basisbeurs terugkomt. Na de Tweede kamer stemde ook de Eerste Kamer ermee in. Met ingang van 1 september aanstaande wordt de basisbeurs dus na acht jaar weer ingevoerd.
Sinds 2015 moesten studenten in het hoger onderwijs het doen met het leenstelsel dat in de plaats was gekomen van de basisbeurs. Het leenstelsel ontstond vanuit het idee dat ‘de bakker niet hoefde te betalen voor de advocaat‘. De student zou later immers rijk genoeg worden om zelf zijn lening gemakkelijk te kunnen afbetalen. Bovendien zou de overheid met het bespaarde geld (1 miljard euro) de kwaliteit van het onderwijs eindelijk eens kunnen verbeteren.
Toch niet zo ‘evenwichtig’ en ‘noodzakelijk’?
Toenmalig PvdA-minister Jet Bussemaker van Onderwijs noemde haar wetsvoorstel ‘evenwichtig’ en ‘zeer noodzakelijk’. Maar de jaren daarna kregen steeds meer partijen kritiek op het leenstelsel. Studenten bleken hoge schulden op te bouwen en dat zou bij hen leiden tot te veel spanningen. Ook begonnen tegenstanders zich af te vragen of die extra gelden het onderwijs werkelijk ten goede waren gekomen.
Na tientallen gesprekken en protesten spraken VVD, D66, CDA en ChristenUnie bij de laatste formatie af dat alle studenten toch weer een basisbeurs zouden krijgen. Wederom met een inkomensafhankelijke, aanvullende beurs. De Tweede Kamer stemde in februari in met dat voorstel. Vandaag ging ook de Eerste Kamer akkoord.
Maandelijks 275 euro
Studenten zullen met deze vernieuwde basisbeurs maandelijks 275 euro ontvangen, mits ze uitwonend zijn. In het volgende studiejaar komt daar 165 euro per maand bovenop: een tijdelijke tegemoetkoming voor de kosten van boodschappen en energie. Opgeteld dus een jaar lang 440 euro per maand. Thuiswonenden krijgen 110 euro.
Studenten uit gezinnen met een laag of middelhoog inkomen kunnen een aanvullende beurs krijgen. Die is maximaal 416 euro per maand. Tot nu toe hadden studenten hier alleen recht op als hun ouders samen minder dan 53.900 euro verdienen. Die grens komt nu te liggen bij 70.000 euro.
En hebben studentenvakbonden hun zin? Krijgen de studenten van de afgelopen acht jaar hun geld terug? Nee. Diegenen die tijdens het leenstelsel hebben gestudeerd, de leden van de zogenaamde ‘pechgeneratie’, krijgen eenmalig 1436 euro. Niet als compensatie. Puur als erkenning dat ze ‘pech hebben gehad.’